ECLI:NL:RVS:2022:1672
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel voor vreemdeling met risico op vervolging bij terugkeer naar Iran
Op 14 juni 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 24 juni 2021 de aanvraag afgewezen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, verklaarde op 4 augustus 2021 het beroep van de vreemdeling ongegrond. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. L.J. Blijdorp, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De zaak draait om de beoordeling van de risico's die afvalligen en atheïsten lopen bij terugkeer naar Iran. De Raad van State oordeelde dat de staatssecretaris beter moet onderzoeken of de vreemdeling, van wie de afvalligheid of het atheïsme geloofwaardig is geacht, bij terugkeer naar Iran een risico loopt op vervolging of onmenselijke behandeling. De Raad van State oordeelde dat de vijfde grief van de vreemdeling slaagde en dat het hoger beroep gegrond was.
De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, en het besluit van de staatssecretaris werd ook vernietigd. De staatssecretaris moet opnieuw op de aanvraag beslissen, rekening houdend met de feiten en omstandigheden op dat moment. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 2.277,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.