ECLI:NL:RVS:2022:1575

Raad van State

Datum uitspraak
31 mei 2022
Publicatiedatum
3 juni 2022
Zaaknummer
202202305/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen omgevingsvergunning voor restauratie monumentale kademuren Oude Haven Zierikzee

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [verzoeker] tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 2 maart 2022, waarin het beroep van [verzoeker] tegen een besluit van 8 oktober 2020 ongegrond werd verklaard. Dit besluit betrof de verlening van een omgevingsvergunning door het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland voor het restaureren van de monumentale kademuren van de Oude Haven te Zierikzee. [verzoeker] is het niet eens met deze vergunning en heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

De mondelinge uitspraak vond plaats op 31 mei 2022. Tijdens de zitting werd duidelijk dat [verzoeker] zich beroept op een rapport van TU Delft uit april 2021, waarin aanbevelingen zijn gedaan om onomkeerbare risico's voor zijn monumentale pand te beperken. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er in juli 2022 nieuwe bevindingen van een geohydrologisch onderzoek worden verwacht, wat mogelijk invloed heeft op de verleende omgevingsvergunning. De gemeente heeft toegezegd dat er tot die tijd geen werkzaamheden zullen plaatsvinden aan de kademuren.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek van [verzoeker] afgewezen, omdat er op dit moment geen spoedeisend belang is dat een schorsing van het besluit rechtvaardigt. Het college van burgemeester en wethouders hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

202202305/2/R1.
Datum uitspraak: 31 mei 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:
[verzoeker], wonend te Zierikzee, gemeente Schouwen-Duiveland,
verzoeker,
tegen uitspraak van de rechtbank Zeeland­-West-­Brabant van 2 maart 2022 in zaak nr. BRE 20/9628 in het geding tussen:
[verzoeker]
en
het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland.
Openbare zitting gehouden op 31 mei 2022 om 12:30 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. E.A. Minderhoud, voorzieningenrechter
griffier: mr. J.C. Lammers
Verschenen:
[verzoeker], bijgestaan door mr. W.H. Klaassen en drs. B.J. de Kok;
Het college, vertegenwoordigd door mr. L.P. Koster-Braad;
De gemeente Schouwen-Duiveland, vertegenwoordigd door A.N. Nouwens en J.J.P. Maaskant.
Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland­-West-­Brabant van 2 maart 2022, zaaknummer BRE 20/9628. In deze uitspraak heeft de rechtbank het beroep van [verzoeker] tegen het besluit van 8 oktober 2020 ongegrond verklaard. Bij dit besluit heeft het college aan de gemeente een omgevingsvergunning verleend voor het restaureren van de monumentale kademuren van de Oude Haven te Zierikzee. [verzoeker] kan zich hier niet mee verenigen en heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter
wijst het verzoek af.
Daartoe overweegt de voorzieningenrechter het volgende.
Het spoedeisend belang is volgens het verzoekschrift gelegen in de omstandigheid dat het college volgens [verzoeker] ten onrechte geen acht heeft geslagen op de in het bij wijze van "second opinion" overgelegde rapport "Renovatie Kademuren Oude Haven Zierikzee" van april 2021 door TU Delft (hierna: het rapport van TU Delft van april 2021) opgenomen aanbevelingen teneinde onder meer onomkeerbare risico’s voor de aangrenzende belendingen, waaronder zijn monumentale pand, te beperken.
Ter zitting is gebleken dat in juli 2022 de bevindingen van het thans in uitvoering zijnde nadere technische, geohydrologisch onderzoek naar aanleiding van de in het rapport van TU Delft van april 2021 opgenomen aanbevelingen worden verwacht. En dat mede over die bevindingen en een in dat verband opgestelde risicoanalyse in het najaar van 2022 een debat in de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland plaatsvindt. Afhankelijk van de uitkomst daarvan wordt een nadere beoordeling van de verleende omgevingsvergunning door het college noodzakelijk geacht.
De gemeente heeft ter zitting toegezegd dat in elk geval tot die tijd geen werkzaamheden ter zake van de restauratie van de kademuren zullen plaatsvinden.
Reeds hierom is naar het oordeel van de voorzieningenrechter met het verzoek van [verzoeker] vooralsnog geen spoedeisend belang gemoeid, dat thans een schorsing van het bestreden besluit rechtvaardigt.
Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.
w.g. Minderhoud
voorzieningenrechter
w.g. Lammers
griffier
890