ECLI:NL:RVS:2022:1391
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunningen
Op 11 mei 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen een voorlopige voorziening vroegen. De vreemdelingen, die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hadden ingediend, zagen hun aanvraag op 16 februari 2022 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. Hiertegen hebben zij beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 28 april 2022 de beroepen ongegrond verklaarde. De vreemdelingen hebben vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij niet zouden worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken van de vreemdelingen in overweging genomen en besloten dat zij niet mogen worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter bepaald dat de staatssecretaris de proceskosten van de vreemdelingen moet vergoeden, die zijn vastgesteld op € 759,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Deze uitspraak is gedaan in het openbaar en is een belangrijke stap in de rechtsgang voor de betrokken vreemdelingen.