ECLI:NL:RVS:2022:1201

Raad van State

Datum uitspraak
28 april 2022
Publicatiedatum
26 april 2022
Zaaknummer
202200812/3/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake openbaarmaking van bedrijfsnamen in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur

In deze zaak hebben appellanten 1 en het bestuur van Stichting Skal hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 20 januari 2022. De rechtbank had bepaald dat Stichting Skal 227 bedrijfsnamen openbaar moest maken, die betrekking hebben op bedrijven met ernstige afwijkingen van de regelgeving voor biologische productie in de periode van 1 januari 2017 tot en met 1 juli 2018. Appellanten 1 hebben verzocht om beperkte kennisneming van hun namen door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, omdat openbaarmaking van hun namen hen zou kunnen schaden in het hoger beroep.

De Afdeling heeft in haar overwegingen aangegeven dat het verzoek van appellanten 1 gerechtvaardigd is. De rechtsbescherming van appellanten zou onaanvaardbaar worden beperkt als zij met hun direct identificeerbare gegevens als procespartij worden vermeld. De Afdeling heeft daarom besloten dat alleen de Afdeling kennis zal nemen van de namen van appellanten 1, om te voorkomen dat de uiteindelijke beoordeling van het hoger beroep zinloos zou worden door vroegtijdige bekendmaking van hun gegevens aan RTL Nederland B.V., die het Wob-verzoek had ingediend.

De beslissing van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is op 28 april 2022 uitgesproken, waarbij het verzoek van appellanten 1 is toegewezen. De uitspraak benadrukt het belang van rechtsbescherming voor betrokken partijen in bestuursrechtelijke procedures.

Uitspraak

202200812/3/A3.
Datum beslissing: 28 april 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in het hoger beroep van:
1.       Appellanten 1,
2.       Het bestuur van Stichting Skal, gevestigd te Zwolle,
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-­Nederland van 20 januari 2022 in zaak nr. 20/2310 in het geding tussen:
RTL Nederland B.V., gevestigd te Hilversum,
en
Skal.
Procesverloop
Appellanten 1 en Skal hebben hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-­Nederland van 20 januari 2022 in zaak nr. 20/2310.
Appellanten 1 hebben een lijst met hun namen en vestigingsplaatsen overgelegd en medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk.
Overwegingen
Inleiding
1.       RTL heeft op grond van de Wet openbaarheid verzocht om openbaarmaking van documenten over inspectierapporten, vragenlijsten en antwoorden die betrekking hebben op bij Skal aangesloten bedrijven in de periode 1 januari 2017 tot en met 1 juli 2018. In de loop van de procedure is het verzoek beperkt tot de namen van 227 bedrijven waar volgens Skal in deze periode sprake was van ernstige of kritieke afwijking van de regelgeving voor biologische productie.
2.       De rechtbank heeft bepaald dat Skal deze 227 bedrijfsnamen openbaar moet maken. Op verzoek van Skal heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling de voorlopige voorziening getroffen dat Skal de 227 bedrijfsnamen niet feitelijk openbaar hoeft te maken voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist (zie de uitspraak van 14 februari 2022, zaaknummer 202200812/2/A3).
Verzoek
3.       Appellanten 1 hebben de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van hun namen kennis zal nemen. In het besluit op bezwaar en de daarop volgende procedure heeft Skal alle bedrijven uitsluitend aangeduid met een aan elke partij afzonderlijk toegekend uniek nummer. In het aanvullend hoger beroepschrift hebben appellanten vermeld met welk nummer zij door Skal zijn aangeduid.
Beoordeling
4.       De Afdeling heeft kennisgenomen van deze lijst namen en de daaraan toegekende nummers. De op de lijst vermelde namen komen overeen met namen die zijn weggelakt in de stukken waarop het Wob-verzoek betrekking heeft.
5.       Het is aan de zittingskamer die het hoger beroep behandelt om te beslissen of het hoger beroep van Appellanten 1 zonder bekendmaking van hun namen in behandeling kan worden genomen. Zonder op dat oordeel vooruit te lopen, zal de Afdeling het verzoek van Appellanten 1 toewijzen. Het onderwerp van het hoger beroep is juist de rechtmatigheid van het oordeel van de rechtbank dat Skal deze namen bekend moet maken. De rechtsbescherming van Appellanten 1 als derde-partij tegen de hen onwelgevallige uitspraak van de rechtbank zou onaanvaardbaar worden beperkt als zij vooruitlopend op dat oordeel met de hun direct identificeerbare gegevens als procespartij worden vermeld. Afwijzing van het verzoek om zonder bekendmaking van de namen hoger beroep te mogen instellen heeft onomkeerbare gevolgen. De namen van een aantal van de betrokken bedrijven worden dan nu reeds kenbaar bij RTL. Daardoor zou de uiteindelijke beoordeling van het hoger beroep van Appellanten 1 zinloos worden.
Slotsom
6.       De Afdeling acht het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, voorzitter, en mr. J. Th. Drop en mr. A.J.C. de Moor-van Vugt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. van Tuyll van Serooskerken, griffier.
w.g. Bijloos
voorzitter
w.g. Van Tuyll van Serooskerken
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 28 april 2022
290