Uitspraak
Datum uitspraak: 13 januari 2021
Raad van State
Op 13 januari 2021 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende het bestemmingsplan 'Molenaarsgraaf [locatie 1]', vastgesteld door de raad van de gemeente Molenlanden op 25 juni 2019. Het bestemmingsplan beoogde de melkveehouderij en het zuivelmachinebedrijf planologisch van elkaar los te koppelen, zonder uitbreiding van de bestaande activiteiten toe te staan. [appellant], eigenaar van een agrarisch bedrijf nabij het plangebied, stelde dat hij als belanghebbende moest worden aangemerkt en dat het bestemmingsplan hem nadelige gevolgen zou kunnen brengen, met name door extra vrachtverkeer.
De raad van de gemeente Molenlanden betoogde dat [appellant] niet als belanghebbende kon worden aangemerkt, omdat zijn perceel op ongeveer 600 meter afstand van het plangebied ligt. De Afdeling oordeelde echter dat [appellant] wel degelijk belanghebbende is, omdat hij feitelijke gevolgen van enige betekenis kan ondervinden door de uitbreiding van het gebruik van het zuivelmachinebedrijf, ondanks de afstand. De Afdeling concludeerde dat het beroep ontvankelijk was en dat het besluit van de raad niet met de vereiste zorgvuldigheid was voorbereid.
De Afdeling vernietigde het besluit van de raad en oordeelde dat de raad bij een nieuw besluit de gevolgen van de uitbreiding van het zuivelmachinebedrijf in zijn beoordeling moet betrekken. Tevens werd de raad veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van [appellant]. Deze uitspraak benadrukt het belang van de zorgvuldigheid bij de voorbereiding van bestemmingsplannen en de noodzaak om de belangen van omwonenden serieus te nemen.