ECLI:NL:RVS:2021:479
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 9 maart 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in een asielzaak. De zaak betreft vijf vreemdelingen die aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hadden ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 15 januari 2021 waren afgewezen. De vreemdelingen hebben tegen deze afwijzing beroep ingesteld bij de rechtbank, maar hun beroepen werden op 19 februari 2021 ongegrond verklaard. Hierop hebben zij hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij niet zouden worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de vreemdelingen recht hebben op een voorlopige voorziening. Hij heeft bepaald dat de vreemdelingen niet mogen worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdelingen hebben gemaakt in verband met hun verzoek, tot een bedrag van € 534,00, dat geheel is toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.
Deze uitspraak is gedaan in het openbaar en is ondertekend door de voorzieningenrechter en de griffier. De voorzieningenrechter was echter verhinderd om de uitspraak zelf te ondertekenen, wat gebruikelijk is in dergelijke procedures.