ECLI:NL:RVS:2021:414
Raad van State
- A.W.M. Bijloos
- H. Oranje
- Rechtspraak.nl
Beperkte kennisneming van bewijsstukken in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 6 april 2020, betreffende zaak nr. 19/3253. De Belastingdienst/Toeslagen heeft een gedingstuk overgelegd en verzocht om beperkte kennisneming op basis van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit verzoek was gebaseerd op het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van een derde, wiens e-mail aan de Belastingdienst/Toeslagen in het geding was betrokken. De e-mail bevatte gevoelige informatie, waaronder persoonsgegevens van de derde, en de Belastingdienst/Toeslagen stelde dat verstrekking van deze gegevens aan [appellante] de persoonlijke levenssfeer van de derde zou schaden.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar overwegingen benadrukt dat het verzoek om beperkte kennisneming niet gaat om openbaarmaking van stukken, maar om de vraag of procespartijen kennis mogen nemen van bepaalde gegevens. De Afdeling heeft een belangenafweging gemaakt, waarbij het belang van [appellante] om kennis te nemen van de e-mail werd afgewogen tegen het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de derde. De Afdeling concludeerde dat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in dit geval zwaarder weegt dan het belang van [appellante].
Uiteindelijk heeft de Afdeling het verzoek tot beperkte kennisneming toegewezen, waarmee werd bepaald dat alleen de Afdeling kennis mocht nemen van de e-mail. De uitspraak is gedaan door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, en mr. H. Oranje, griffier, op 1 maart 2021.