ECLI:NL:RVS:2021:3035
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 30 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond. Op 22 november 2021 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. van der Toorn, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet wordt uitgezet totdat er op het hoger beroep is beslist en dat hij opvang en verstrekkingen ontvangt. De voorzieningenrechter heeft de aanvraag voor een voorlopige voorziening in overweging genomen en op basis van de aangevoerde argumenten besloten om de vreemdeling niet uit te zetten totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdeling heeft gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek. De totale kosten zijn vastgesteld op € 748,00, welke geheel toe te rekenen zijn aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. H.J.M. Baldinger, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. G.A. van de Sluis, griffier, en is openbaar uitgesproken op 31 december 2021.