ECLI:NL:RVS:2021:303

Raad van State

Datum uitspraak
12 februari 2021
Publicatiedatum
15 februari 2021
Zaaknummer
202100965/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit Kiesraad over kandidatenlijst Tweede Kamerverkiezingen

In deze zaak gaat het om een beroep tegen het besluit van de Kiesraad, dat op 5 februari 2021 de kandidatenlijst van de politieke groepering VVD geldig heeft verklaard. De appellant, die in persoon aanwezig was, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij de kandidaat M. Rutte op de lijst is gehandhaafd. De zitting vond plaats op 12 februari 2021, waar de voorzitter, Staatsraad mr. A.W.M. Bijloos, de zaak behandelde. De appellant heeft zijn standpunt toegelicht, waarbij hij zich beroept op ethische en politieke redenen om de kandidaat van de lijst te schrappen. Echter, de wet biedt geen ruimte voor deze gronden, zoals vastgelegd in artikel I 6, eerste lid, van de Kieswet, die slechts negen limitatieve gronden opsomt voor het schrappen van kandidaten. De Afdeling heeft na beraad in raadkamer de beslissing genomen om het beroep ongegrond te verklaren. De voorzitter heeft de beslissing na de beraadslaging uitgesproken, waarbij opgemerkt werd dat de leden van de enkelvoudige kamer en de griffier verhinderd waren de uitspraak te ondertekenen.

Uitspraak

202100965/1/A2.
Datum uitspraak: 12 februari 2021
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats],
en
de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (hierna: het centraal stembureau),
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 12 februari 2021 om 11.00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. A.W.M. Bijloos, voorzitter
mr. M.A. Nieuwenhuizen, griffier
Verschenen:
[appellant], in persoon;
het centraal stembureau, vertegenwoordigd door mr. M. Diamant en mr. R.N.A. Al.
Het beroep richt zich tegen het besluit van 5 februari 2021 van het centraal stembureau waarbij, voor zover thans van belang, de kandidatenlijst van de politieke groepering VVD geldig is verklaard en de daarop vermelde kandidaat M. Rutte is gehandhaafd.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
Het centraal stembureau heeft nadere stukken ingediend en een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Partijen hebben op de zitting een mondelinge toelichting gegeven en vragen beantwoord.
Na beraad in raadkamer is de zitting hervat en heeft de voorzitter de beslissing uitgesproken.
Beslissing
De Afdeling verklaart het beroep ongegrond. Daartoe overweegt zij het volgende.
In artikel I 6, eerste lid, van de Kieswet is een limitatieve opsomming van negen gronden gegeven op grond waarvan het centraal stembureau een kandidaat van de lijst kan schrappen. In het beroepschrift en de toelichting ter zitting wordt een beroep gedaan op ethische en politieke redenen. Dit zijn geen gronden waarin artikel I 6, eerste lid, van de Kieswet voorziet. Dat de Kieswet, naar [appellant] stelt, hierin ten onrechte niet voorziet, maakt dit niet anders.
Het lid van de enkelvoudige kamer is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
633.