ECLI:NL:RVS:2021:302

Raad van State

Datum uitspraak
12 februari 2021
Publicatiedatum
15 februari 2021
Zaaknummer
202100992/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit centraal stembureau over geldigheid kandidatenlijst ChristenUnie

In deze zaak heeft de appellant, wonend te Haarlem, beroep ingesteld tegen het besluit van het centraal stembureau van 5 februari 2021. Dit besluit verklaarde de kandidatenlijst van de politieke groepering ChristenUnie geldig en handhaafde de daarop vermelde kandidaat G.M. Segers. De mondelinge zitting vond plaats op 12 februari 2021, waar de appellant in persoon verscheen, terwijl het centraal stembureau werd vertegenwoordigd door mr. M. Diamant en mr. R.N.A. Al. Tijdens de zitting hebben partijen hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord, waarbij de appellant schriftelijke aantekeningen overhandigde.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar uitspraak geoordeeld dat het beroep ongegrond is. De Afdeling overweegt dat artikel I 6, eerste lid, van de Kieswet een limitatieve opsomming geeft van gronden waarop het centraal stembureau een kandidaat kan schrappen. De appellant heeft in zijn beroepschrift en tijdens de zitting aangevoerd dat er ethische en politieke redenen zijn om de kandidaat te schrappen. Echter, deze redenen vallen niet onder de gronden die in de Kieswet zijn opgenomen. De stelling van de appellant dat de Kieswet hierin ten onrechte niet voorziet, verandert niets aan de geldigheid van het besluit van het centraal stembureau.

De uitspraak werd gedaan door de voorzitter, mr. A.W.M. Bijloos, na beraad in raadkamer. Het lid van de enkelvoudige kamer en de griffier waren verhinderd de uitspraak te ondertekenen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 12 februari 2021.

Uitspraak

202100992/1/A2.
Datum uitspraak: 12 februari 2021
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[appellant], wonend te Haarlem,
appellant,
en
de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (hierna: het centraal stembureau),
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 12 februari 2021 om 11.00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. A.W.M. Bijloos, voorzitter
mr. M.A. Nieuwenhuizen, griffier
Verschenen:
[appellant], in persoon;
het centraal stembureau, vertegenwoordigd door mr. M. Diamant en mr. R.N.A. Al.
Het beroep richt zich tegen het besluit van 5 februari 2021 heeft het centraal stembureau waarbij, voor zover thans van belang, de kandidatenlijst van de politieke groepering ChristenUnie geldig is verklaard en de daarop vermelde kandidaat G.M. Segers is gehandhaafd.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
Het centraal stembureau heeft nadere stukken ingediend en een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Partijen hebben op de zitting een mondelinge toelichting gegeven en vragen beantwoord. [appellant] heeft daarbij schriftelijke aantekeningen overgelegd.
Na beraad in raadkamer is de zitting hervat en heeft de voorzitter de beslissing uitgesproken.
Beslissing
De Afdeling verklaart het beroep ongegrond. Daartoe overweegt zij het volgende.
In artikel I 6, eerste lid, van de Kieswet is een limitatieve opsomming van negen gronden gegeven op grond waarvan het centraal stembureau een kandidaat van de lijst kan schrappen. In het beroepschrift en de toelichting ter zitting wordt een beroep gedaan op ethische en politieke redenen. Dit zijn geen gronden waarin artikel I 6, eerste lid, van de Kieswet voorziet. Dat de Kieswet, naar [appellant] stelt, hierin ten onrechte niet voorziet, maakt dit niet anders.
Het lid van de enkelvoudige kamer is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
633.