ECLI:NL:RVS:2021:2770

Raad van State

Datum uitspraak
8 december 2021
Publicatiedatum
9 december 2021
Zaaknummer
202003359/2/R4 en 202004926/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verschoning in bestuursrechtelijke zaken

In de bestuursrechtelijke zaken met de nummers 202003359/1/R4 en 202004926/2/R4, die op 14 december 2021 op zitting zouden worden behandeld, heeft mr. J.J.W.P. van Gastel, lid van de meervoudige kamer, op 7 december 2021 een verzoek ingediend om zich te mogen verschonen. Dit verzoek is gedaan op basis van artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt voor rechters om zich te verschonen indien er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. De staatsraad, mr. J.J.W.P. van Gastel, heeft aangegeven dat er sterke gelijkenissen zijn tussen de rechtsvraag in deze zaken en een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland van 27 juni 2019 (ECLI:NL:RBGEL:2019:2849), waarbij hij als rechter betrokken was. Om elke schijn van vooringenomenheid te vermijden, heeft hij verzocht om verschoning.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek om verschoning beoordeeld en, gezien de motivering van de staatsraad, geoordeeld dat het verzoek gerechtvaardigd is. De beslissing om het verzoek toe te wijzen is op 8 december 2021 openbaar uitgesproken. De uitspraak werd vastgesteld door de voorzitter, mr. J.Th. Drop, en de leden mr. C.H.M. van Altena en mr. C.M. Wissels, in aanwezigheid van griffier mr. N. Tibold. Deze beslissing benadrukt het belang van onpartijdigheid in de rechtspraak en de procedures die gevolgd moeten worden wanneer een rechter zich in een dergelijke situatie bevindt.

Uitspraak

202003359/2/R4 en 202004926/2/R4.
Datum beslissing: 8 december 2021
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op het verzoek om verschoning ex artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) van:
mr. J.J.W.P. van Gastel.
Procesverloop
Ten aanzien van de zaken nrs. 202003359/1/R4 en 202004926/2/R4, die op 14 december 2021 op zitting zullen worden behandeld, heeft mr. J.J.W.P. van Gastel (hierna: de staatsraad), als lid van de meervoudige kamer belast met de behandeling van deze zaken, op 7 december 2021 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.
Overwegingen
1.       Ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Awb kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 van de Awb elk van de rechters die een zaak behandelt, verzoeken zich te mogen verschonen.
In artikel 8:15 van de Awb is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelt, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.       In de genoemde zaken wordt een beroep gedaan op de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 27 juni 2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:2849. De staatsraad heeft deze uitspraak als rechter in de rechtbank Gelderland mede vastgesteld. De staatsraad meent dat de rechtsvraag die daarin aan de orde is geweest, sterke gelijkenissen vertoont met de rechtsvraag in deze zaken. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van deze zaken te voorkomen, heeft de staatsraad verzocht zich te mogen verschonen.
3.       De Afdeling acht, gezien deze motivering, inwilliging van het verzoek gerechtvaardigd.
4.       Gelet op het vorenstaande, wordt het verzoek toegewezen.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, voorzitter, en mr. C.H.M. van Altena en mr. C.M. Wissels, leden, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold, griffier.
w.g. Drop
voorzitter
w.g. Tibold
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 8 december 2021
853