ECLI:NL:RVS:2021:2547
Raad van State
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek om wraking van staatsraad in bestuursrechtelijke procedure
Op 16 november 2021 heeft [verzoeker] tijdens een zitting verzocht om wraking van staatsraad mr. J.E.M. Polak, die als voorzieningenrechter belast was met de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening in een bestuursrechtelijke zaak. Het verzoek om wraking werd ook schriftelijk ingediend en ter zitting overhandigd. De staatsraad heeft niet ingestemd met de wraking en heeft een schriftelijke reactie ingediend, die aan [verzoeker] werd overhandigd aan het begin van de zitting. Tijdens de zitting is [verzoeker] gehoord, maar de staatsraad heeft geen gebruik gemaakt van het recht om gehoord te worden.
De Afdeling heeft het verzoek om wraking op dezelfde dag behandeld en bij mondelinge beslissing afgewezen. De Afdeling overwoog dat op verzoek van een partij een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel kunnen trekken. De maatstaf is dat een staatsraad verondersteld wordt onpartijdig te zijn, en het is aan de verzoeker om aan te tonen dat er bijzondere omstandigheden zijn die deze veronderstelling ondermijnen.
[Verzoeker] stelde dat de staatsraad, als oud-voorzitter van de Afdeling, medeverantwoordelijk was voor de kinderopvangtoeslagaffaire en daarom niet onbevangen het verzoek om voorlopige voorziening kon beoordelen. De Afdeling concludeerde echter dat [verzoeker] geen specifieke gronden voor wraking had aangedragen met betrekking tot de staatsraad als voorzieningenrechter. Het enkele feit dat de staatsraad oud-voorzitter was, was onvoldoende om te concluderen dat hij partijdig of vooringenomen zou zijn. De subjectieve vrees van [verzoeker] was niet objectief gerechtvaardigd, waardoor het verzoek om wraking werd afgewezen.