ECLI:NL:RVS:2021:2539

Raad van State

Datum uitspraak
16 november 2021
Publicatiedatum
16 november 2021
Zaaknummer
202101048/4/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot opheffing voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak VDL Nedcar

In deze zaak heeft VDL Nedcar B.V. de voorzieningenrechter verzocht om de voorlopige voorziening, getroffen in de uitspraak van 14 oktober 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:2303), op te heffen. De beslissing vond plaats op 16 november 2021. Het college van gedeputeerde staten van Limburg en provinciale staten hebben vertrouwelijke stukken overgelegd en verzocht om beperkte kennisneming van deze stukken op grond van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze stukken bevatten bedrijfsgevoelige informatie die, indien openbaar gemaakt, de concurrentiepositie van VDL Nedcar en een externe partij zou kunnen schaden. De Afdeling heeft de belangen afgewogen en geoordeeld dat het verzoek tot beperkte kennisneming gedeeltelijk gerechtvaardigd is. De Afdeling heeft vastgesteld dat de meeste informatie in de stukken inderdaad bedrijfsgevoelig is, maar heeft het verzoek afgewezen voor de bijlage die de planning van VDL Nedcar bevat, aangezien deze informatie niet als bedrijfsgevoelig kan worden aangemerkt. De Afdeling heeft het college van gs en provinciale staten verzocht om deze bijlage binnen 14 dagen aan de Afdeling en de andere partijen toe te sturen. De uitspraak is gedaan door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in aanwezigheid van mr. A.L. van Driel Kluit, griffier.

Uitspraak

202101048/4/R2.
Datum beslissing: 16 november 2021
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in de zaak over het verzoek van VDL Nedcar B.V. om de voorlopige voorziening getroffen in de uitspraak van 14 oktober 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2303 op te heffen.
Procesverloop
VDL Nedcar heeft de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening getroffen in de uitspraak van 14 oktober 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2303 op te heffen.
Het college van gedeputeerde staten (hierna: het college van gs) en provinciale staten van Limburg hebben de vertrouwelijke versie van een aantal stukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.
Het betreft een memo met bijlagen van VDL Nedcar waarin een toelichting wordt gegeven over de stand van zaken in onderhandelingen van VDL Nedcar met een externe partij over twee projecten, de kenmerken van deze projecten en de planning daarvan.
Overwegingen
1.       Het college van gs en provinciale staten hebben de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van de stukken kennis zal nemen. Zij hebben toegelicht dat in deze stukken zeer bedrijfsgevoelige informatie staat. Als deze informatie openbaar wordt gemaakt, kan de concurrentiepositie en/of strategische opties van VDL Nedcar en de externe partij daardoor ernstig worden geschaad. Zij wijzen in dit verband op de zogeheten non-disclosure agreements die tussen de betrokken partijen zijn gesloten.
2.       Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.
3.       De Afdeling acht het verzoek tot beperkte kennisneming gedeeltelijk gerechtvaardigd. Naar het oordeel van de Afdeling weegt het belang bij beperkte kennisneming bij het grootste deel van deze stukken zwaarder dan het belang dat partijen kennis nemen van de stukken. De Afdeling heeft de stukken bekeken en daarin staat inderdaad zeer bedrijfsgevoelige informatie. Het is aannemelijk dat als deze informatie openbaar wordt gemaakt, de concurrentiepositie en/of strategische opties van VDL Nedcar en de externe partij daardoor ernstig kunnen worden geschaad. De Afdeling betrekt bij hij haar afweging ook dat deze informatie alleen gaat over het belang dat VDL Nedcar heeft bij opheffing van de voorlopige voorziening en niet over de inhoudelijke kant van het geschil over de bestreden besluiten.
De Afdeling acht het verzoek echter niet gerechtvaardigd wat betreft de bijlage bij de memo waarin de planning van VDL Nedcar van de twee projecten is opgenomen. Die betreft geen bedrijfsgevoelige informatie. Uit deze stukken kan niet worden afgeleid wie de externe partij is en VDL Nedcar heeft al in een nadere schriftelijke reactie van 21 mei 2021 een planning opgenomen en daarop een toelichting gegeven.
4.       De Afdeling bepaalt dat de bijlage bij de memo waarin de planning van VDL Nedcar is opgenomen wordt teruggezonden aan het college van gs en provinciale staten. De Afdeling zal aan hen verzoeken deze bijlage aan de Afdeling en de andere partijen toe te sturen.
Indien het college van gs en provinciale staten geen gehoor geven aan het in dictumonderdeel II. aangeduide verzoek om toezending van dit stuk kan de Afdeling daaraan gevolgen verbinden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        wijst het verzoek toe, met uitzondering van de bijlage bij de memo waarin de planning van VDL Nedcar is opgenomen;
II.       verzoekt het college binnen 14 dagen na heden de bijlage bij de memo waarin de planning van VDL Nedcar is opgenomen aan de Afdeling en de andere partijen toe te sturen.
Aldus vastgesteld door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. A.L. van Driel Kluit, griffier.
w.g. Daalder
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer
w.g. Van Driel Kluit
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 16 november 2021