47.3.De Afdeling overweegt dat de percelen van [appellanten sub 9] liggen in het buitengebied van de gemeente. De Afdeling volgt het standpunt van de raad dat de wijde omgeving van de percelen wordt gekenmerkt door de openheid van het landschap. Dat binnen het gebied ook sprake is van bebouwde clusters maakt niet dat geen sprake is van openheid. Het beleid van de raad om (verdere) verdichting en verstening van het buitengebied tegen te gaan is naar het oordeel van de Afdeling niet onredelijk. De Afdeling verwijst in dit verband naar de hiervoor in 19.2 weergegeven motivering van de raad van de keuze om te voorzien in beperkte gebruiksmogelijkheden voor de gronden die voorheen een agrarische bestemming hadden en thans zijn bestemd als "Tuin - Landschappelijk". Gelet ook op de niet geringe mogelijkheden voor het oprichten van bijgebouwen en overkappingen op de gronden met de bestemming "Wonen", is de Afdeling van oordeel dat de raad in redelijkheid heeft kunnen volstaan met het als zodanig bestemmen van het gebruik van de voormalige agrarische gronden ten westen van de woonbestemming als tuin, zonder de mogelijkheid om op deze gronden bijgebouwen op te richten. Het betoog slaagt niet.
48. [ appellanten sub 9] hebben gesteld dat zij bij een (balie)medewerker van de gemeente hebben geïnformeerd naar de bouwmogelijkheden op de voorheen voor agrarische doeleinden bestemde gronden en dat hen in reactie daarop is medegedeeld dat zij op deze gronden gebouwen mochten oprichten. Deze stelling hebben [appellanten sub 9] niet nader onderbouwd, zodat niet vast is komen te staan dat een dergelijke toezegging is gedaan. Alleen al daarom bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat gerechtvaardigde verwachtingen zijn gewekt waaraan de raad gebonden zou zijn. Het betoog slaagt niet.
49. Gelet op het voorgaande is het beroep van [appellanten sub 9] ongegrond.
50. Ten aanzien van [appellant sub 4], [appellant sub 5], [appellant sub 7A] en [appellant sub 7B], en [appellanten sub 9] bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De raad dient de proceskosten van [appellant sub 1], [appellant sub 2], [appellante sub 3], Slachterij Amstelland, en [appellanten sub 8] te betalen op de wijze als hieronder is vermeld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart gegrond de beroepen van:
a. [appellant sub 1];
b. [appellant sub 2];
c. [appellante sub 3A] en Amstelkring Wilnis B.V.;
d. Slachterij Amstelland B.V.;
e. [appellant sub 8A] en [appellant sub 8B];
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente De Ronde Venen van 21 februari 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied-West" wat betreft:
a. de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" voor het perceel [locatie 2] ([appellant sub 1]);
b. de aanduiding "specifieke vorm van water - historisch schip" voor de gronden met de bestemming "Water" ten westen van het perceel [locatie 4] ([appellant sub 2]);
c. het plandeel met de bestemming "Bedrijf" voor het perceel [locatie 14] ([appellante sub 3]);
d. het plandeel met de bestemming "Verkeer", met de aanduiding "wetgevingzone - wijzigingsgebied loswal" voor het perceel [locatie 14] ([appellante sub 3]);
e. de aanduiding "maximum aantal wooneenheden = 2" voor de gronden met de bestemming "Bedrijf" aan De Hoef Westzijde 32B en 33 en Tweede Hoefweg 2/2A (Slachterij Amstelland);
f. de planregeling voor de gronden met de bestemming "Wonen", met de aanduiding "woonschepenligplaats" voor de (voormalige) afmeerlocatie van [woonschip] aan/nabij de locatie waar de Ruige Kade overgaat in De Hoef Westzijde, zoals weergegeven op de bij deze uitspraak behorende bijlage "afbeelding I: ligplaats [woonschip]", voor zover ter plaatse van de feitelijke afmeerlocatie niet is voorzien in een bouwvlak ([appellanten sub 8]);
III. bepaalt dat de rechtsgevolgen van het hiervoor onder II.c. vernietigde plandeel in stand blijven;
IV. bepaalt dat de hiervoor onder II.e. vernietigde aanduiding wordt vervangen door de aanduiding "maximum aantal wooneenheden = 3";
V. bepaalt dat deze uitspraak voor zover het betreft de beslissing onder IV. in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
VI. draagt de raad van de gemeente De Ronde Venen op om:
binnen 26 weken na de verzending van deze uitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen een nieuw besluit te nemen ten aanzien van de onder II.a, b, d, en f. genoemde plandelen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken;
VII. treft de voorlopige voorziening dat het hiervoor onder II.b. vernietigde plandeel blijft gelden, totdat voor dat plandeel een nieuw besluit in werking is getreden;
VIII. draagt de raad van de gemeente De Ronde Venen op om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak ervoor zorg te dragen dat het hiervoor vermelde onderdeel III. wordt verwerkt in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening, http://www.ruimtelijkeplannen.nl;
IX. verklaart ongegrond de beroepen van:
a. [appellant sub 4];
b. [appellant sub 5];
c. [appellant sub 7A] en [appellant sub 7B];
d. [appellant sub 9A] en [appellant sub 9B];
X. veroordeelt de raad van de gemeente De Ronde Venen tot vergoeding van in verband met de behandeling van de beroepen opgekomen proceskosten ten aanzien van:
a. [appellant sub 1] tot een bedrag van € 1.098,81, waarvan € 1.068,00 toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
b. [appellante sub 3A] en Amstelkring Wilnis B.V. tot een bedrag van € 1.496,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
c. [appellant sub 2] tot een bedrag van € 1.496,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
d. Slachterij Amstelland B.V. tot een bedrag van 748,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
e. [appellant sub 8A] en [appellant sub 8B] tot een bedrag van 748,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
XI. gelast dat de raad van de gemeente De Ronde Venen aan de hierna vermelde appellanten het door hen voor de behandeling van hun beroepen betaalde griffierecht vergoedt:
a. € 174,00 voor [appellant sub 1];
b. € 174,00 voor [appellant sub 2];
c. € 345,00 voor [appellante sub 3A] en Amstelkring Wilnis B.V., met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
d. 345,00 voor Slachterij Amstelland B.V.;
e. € 174,00 voor [appellant sub 8A] en [appellant sub 8B], met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.
Aldus vastgesteld door mr. R. Uylenburg, voorzitter, en mr. B.J. Schueler en mr. C.C.W. Lange, leden, in tegenwoordigheid van mr. D. Milosavljević, griffier.
w.g. Milosavljević
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 10 november 2021