ECLI:NL:RVS:2021:246
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met verzoek om uitzetting te voorkomen
Op 10 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 21 december 2020 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 10 februari 2021 uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in dit geval € 534,00 bedragen, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. Deze uitspraak is gedaan door mr. A.W.M. Bijloos, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.