ECLI:NL:RVS:2021:2391

Raad van State

Datum uitspraak
27 oktober 2021
Publicatiedatum
27 oktober 2021
Zaaknummer
201903001/5/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard en extensief agrarisch medegebruik

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 27 oktober 2021 uitspraak gedaan over het bestemmingsplan "Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard". Dit bestemmingsplan, vastgesteld door de raad van de gemeente Krimpenerwaard op 5 maart 2019, voorziet in de aanleg van natuur op gronden die momenteel in gebruik zijn voor agrarische doeleinden. De appellante, wonend te Lekkerkerk, heeft in een eerdere tussenuitspraak van 12 mei 2021 de raad opgedragen om binnen 20 weken het gebrek in het besluit te herstellen. De raad heeft hierop gereageerd met een gewijzigd besluit op 14 juli 2021, waarin de bestemming "Natuur - Extensief agrarisch medegebruik" aan de gronden van de appellante is toegekend.

De Afdeling heeft in de tussenuitspraak vastgesteld dat de raad niet voldoende heeft gemotiveerd waarom extensief agrarisch medegebruik voor de gronden van de appellante niet mogelijk is. Dit gebrek in de motivering heeft geleid tot de conclusie dat het beroep van de appellante tegen het oorspronkelijke besluit gegrond is. De Afdeling heeft het besluit van 5 maart 2019 vernietigd, voor zover het de bestemming "Natuur" aan de gronden van de appellante toekent. De raad is vervolgens veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de appellante, die in verband met de behandeling van het beroep zijn opgekomen. De uitspraak benadrukt het belang van een deugdelijke motivering bij bestemmingsplannen en de rechten van betrokkenen in het bestuursrecht.

Uitspraak

201903001/5/R3.
Datum uitspraak: 27 oktober 2021
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante], wonend te Lekkerkerk, gemeente Krimpenerwaard,
appellante,
en
de raad van de gemeente Krimpenerwaard,
verweerder.
Procesverloop
Bij tussenuitspraak van 12 mei 2021 heeft de Afdeling de raad opgedragen binnen 20 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 5 maart 2019, waarbij het bestemmingsplan "Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard" is vastgesteld, te herstellen.
Bij besluit van 14 juli 2021 heeft de raad het bestemmingsplan gewijzigd vastgesteld.
[appellante] heeft, daartoe in de gelegenheid gesteld, daarop een reactie gegeven.
De Afdeling heeft in het gewijzigde besluit en de gegeven reactie geen aanleiding gezien voor een nader onderzoek ter zitting. Geen van de partijen heeft binnen de gestelde termijn verklaard gebruik te willen maken van het recht om opnieuw ter zitting te worden gehoord in verband met de vervanging van staatsraad mr. J.A. Hagen door mr. A.W.M. Bijloos. De Afdeling heeft vervolgens het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1.       Het plan voorziet, onder meer, in de aanleg van natuur op gronden die nu nog in gebruik zijn voor agrarische doeleinden. Met dat doel is aan de gronden van het perceel van [appellante] aan de [locatie] te Lekkerkerk (hierna: de gronden) de bestemming "Natuur" toegekend.
2.       In de tussenuitspraak onder 23 heeft de Afdeling overwogen dat de raad niet heeft gemotiveerd waarom extensief agrarische medegebruik voor de gronden van [appellante] niet mogelijk is en dat het besluit in zoverre niet deugdelijk is gemotiveerd.
3.       Gelet op wat in de tussenuitspraak is overwegen is het beroep van [appellante] tegen het besluit van 5 maart 2019 gegrond. Dit besluit, voor zover daarbij aan de gronden de bestemming "Natuur" is toegekend, dient te worden vernietigd wegens strijd met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).
4.       De raad heeft naar aanleiding van de tussenuitspraak bij besluit van 14 juli 2021 het plan gewijzigd vastgesteld. De raad heeft daarbij aan de gronden de bestemming "Natuur - Extensief agrarisch medegebruik" toegekend.
5.       [appellante] heeft laten weten met dit besluit in te stemmen. Daarom is geen beroep van rechtswege als bedoeld in artikel 6:19, eerste lid, van de Awb tegen het besluit van 14 juli 2021 ontstaan waarop nog moet worden beslist.
6.       De raad moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het beroep van [appellante] tegen het besluit van de raad van de gemeente Krimpenerwaard van 5 maart 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard gegrond;
II.       vernietigt het onder I vermelde besluit, voor zover daarbij aan de gronden van het perceel van [appellante] aan de [locatie] te Lekkerkerk, gemeente Krimpenerwaard, de bestemming "Natuur" is toegekend;
III.      veroordeelt de raad van de gemeente Krimpenerwaard tot vergoeding van bij [appellante] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 3.550,15, gedeeltelijk toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
IV.      gelast dat de raad van de gemeente Krimpenerwaard aan [appellante] het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 174,00 vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. E.A. Minderhoud, voorzitter, mr. A.W.M. Bijloos en mr. P.H.A. Knol, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.M.W. van Ewijk, griffier.
De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
Uitgesproken in het openbaar op 27 oktober 2021
270-867