ECLI:NL:RVS:2021:2358

Raad van State

Datum uitspraak
22 oktober 2021
Publicatiedatum
22 oktober 2021
Zaaknummer
202006165/1/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep van vreemdeling tegen afwijzing aanvraag verstrekkingen asielzoekers

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) van 2 oktober 2019, waarin zijn aanvraag om verstrekkingen krachtens de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 werd afgewezen. De vreemdeling had op 27 september 2019 een aanvraag ingediend, terwijl hij in het bezit was van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, geldig tot 7 januari 2022. De rechtbank Den Haag verklaarde het beroep van de vreemdeling ongegrond in haar uitspraak van 21 oktober 2020. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E.J.L. van de Glind, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De Raad van State overweegt dat de vreemdeling niet onder de relevante artikelen van de Rva 2005 valt en dat hij geen bijzondere omstandigheden heeft aangetoond die opvang buiten deze artikelen rechtvaardigen. De vreemdeling heeft aangevoerd dat het COA in strijd met de Rva 2005 en de Opvangrichtlijn heeft gehandeld door hem niet in aanmerking te laten komen voor verstrekkingen, maar de Raad van State oordeelt dat de vreemdeling, ondanks zijn status als asielzoeker, rechtmatig verblijf had en daarom aangewezen was op gemeentelijke voorzieningen.

De Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep ongegrond is. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. A.M.L. Hanrath, griffier, en is openbaar uitgesproken op 22 oktober 2021.

Uitspraak

202006165/1/V1.
Datum uitspraak: 22 oktober 2021
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, van 21 oktober 2020 in zaak nr. 19/8005 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
het Centraal Orgaan opvang asielzoekers.
Procesverloop
Bij besluit van 2 oktober 2019 heeft het COa een aanvraag van de vreemdeling om verstrekkingen krachtens de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 afgewezen.
Bij uitspraak van 21 oktober 2020 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E.J.L. van de Glind, advocaat te Heerlen, hoger beroep ingesteld.
Het COa en de vreemdeling hebben desgevraagd ieder een nader stuk ingediend.
Overwegingen
1.       Niet in geschil is dat de vreemdeling op 27 september 2019, toen hij de aanvraag indiende, in het bezit was van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, geldig van 7 januari 2017 tot 7 januari 2022, en dat hij op 9 juni 2019 een asielaanvraag heeft ingediend.
2.       Het COa heeft aan het besluit ten grondslag gelegd dat de vreemdeling niet valt onder artikel 3, tweede of derde lid, van de Rva 2005 en ook geen bijzondere omstandigheden aannemelijk heeft gemaakt die nopen tot opvang buiten artikel 3 om. Verder heeft het COa in het besluit de vreemdeling erop gewezen dat hij, omdat hij een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd heeft, aanspraak kan maken op voorzieningen via de gemeente.
3.       De vreemdeling klaagt in grief 1 dat de rechtbank buiten de grenzen van het geschil is getreden door te overwegen dat het COa zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat het recht op opvang van de vreemdeling krachtens artikel 7, eerste lid, aanhef en onder a, van de Rva 2005 is geëindigd. De klacht is terecht voorgedragen omdat het COa dit standpunt niet heeft ingenomen. De grief leidt echter niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank omdat dit de vreemdeling materieel niet baat, gelet op het volgende.
4.       De vreemdeling voert verder in grief 1 aan dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het COa in strijd met de Rva 2005 en de Opvangrichtlijn heeft gehandeld door hem niet in aanmerking te laten komen voor verstrekkingen terwijl niet in geschil is dat hij op het moment van de aanvraag een asielzoeker was.
5.       De vreemdeling was ten tijde van de aanvraag van 27 september 2019 weliswaar een asielzoeker, maar had toen al een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd en dus rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw 2000, waardoor hij in beginsel is aangewezen op voorzieningen die de gemeente verstrekt en niet op voorzieningen krachtens de Rva 2005 (zie artikel 11 van de Participatiewet). Dit is niet in strijd met de Opvangrichtlijn omdat ook met het recht op voorzieningen die de gemeente verstrekt, wordt voldaan aan de in artikel 17 van de Opvangrichtlijn neergelegde verplichting om materiële opvangvoorzieningen te bieden.
De grief faalt in zoverre.
6.       Wat de vreemdeling verder in de grieven heeft aangevoerd, leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
7.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Hanrath
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 22 oktober 2021
716