ECLI:NL:RVS:2021:2163
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 22 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem. Op 3 september 2021 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D.W.M. van Erp, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 29 september 2021 uitspraak gedaan op dit verzoek. De vreemdeling verzocht om te voorkomen dat hij wordt uitgezet totdat er op het hoger beroep is beslist, en om opvang en verstrekkingen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen, en heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er op het hoger beroep is beslist. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, tot een bedrag van € 748,00, dat geheel is toe te rekenen aan beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. C.M. Wissels, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold, griffier.