ECLI:NL:RVS:2021:1942
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 31 augustus 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van een vreemdeling. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 16 maart 2021 was afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, die op 3 augustus 2021 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde. De rechtbank bepaalde dat de aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning als ongegrond werd afgewezen en gaf de vreemdeling een vertrektermijn van vier weken.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de vreemdeling verzocht om niet te worden uitgezet totdat er op het hoger beroep is beslist. De voorzieningenrechter heeft geconstateerd dat er voldoende redenen zijn om de voorlopige voorziening toe te wijzen, en heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn opgelopen tot € 748,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Deze uitspraak benadrukt het belang van rechtsbescherming voor vreemdelingen in asielprocedures en de mogelijkheid om voorlopige voorzieningen te vragen in afwachting van een definitieve uitspraak in hoger beroep.