ECLI:NL:RVS:2021:1807
Raad van State
- Verschoning
- C.J. Borman
- D.A.C. Slump
- C.H.M. van Altena
- E. Steendijk
- N.D.T. Pieters
- Rechtspraak.nl
Verzoek om verschoning van staatsraad in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft staatsraad C.J. Borman op 10 augustus 2021 verzocht om zich te mogen verschonen van de behandeling van zaak nr. 202004744/3/A3, die op 16 augustus 2021 op zitting zou worden behandeld. De reden voor dit verzoek is dat zijn echtgenote werkzaam is bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, dat partij is in deze zaak. Borman heeft aangegeven dat hij om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van deze zaak te voorkomen, zich wil terugtrekken.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek om verschoning beoordeeld aan de hand van artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel stelt dat rechters zich kunnen verschonen op basis van feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De Afdeling heeft de motivering van Borman in overweging genomen en is tot de conclusie gekomen dat het verzoek gerechtvaardigd is.
Op 12 augustus 2021 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het verzoek toegewezen. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de voorzitter mr. D.A.C. Slump en de leden mr. C.H.M. van Altena en mr. E. Steendijk, met mr. N.D.T. Pieters als griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan, waarbij is opgemerkt dat het lid van de enkelvoudige kamer en de griffier verhinderd waren de uitspraak te ondertekenen.