ECLI:NL:RVS:2021:1764
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 5 augustus 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in een asielzaak. De zaak betreft vreemdelingen die op 8 april 2021 aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hebben ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zijn afgewezen. De vreemdelingen hebben hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 12 juli 2021 het beroep ongegrond heeft verklaard. Hierop hebben de vreemdelingen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij niet zouden worden uitgezet voordat op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft de vreemdelingen in hun verzoek ontvangen en heeft besloten dat zij niet mogen worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdelingen hebben gemaakt in verband met de behandeling van hun verzoek. De totale kosten zijn vastgesteld op €748,00, welke geheel zijn toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak is gedaan door mr. C.M. Wissels, die in tegenwoordigheid van mr. D.I. van Kesteren, griffier, de beslissing heeft vastgesteld. De voorzieningenrechter was verhinderd om de uitspraak te ondertekenen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 5 augustus 2021.