ECLI:NL:RVS:2021:1717
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 2 augustus 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling heeft genomen. Dit besluit, genomen op 5 januari 2021, leidde tot een rechtsgang waarbij de vreemdeling in beroep ging bij de rechtbank Den Haag. De rechtbank heeft in een tussenuitspraak van 19 april 2021 de staatssecretaris in de gelegenheid gesteld om te reageren op vragen van de European Asylum Support Office (EASO) en heeft in haar uitspraak van 6 juli 2021 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard. De rechtbank heeft het besluit van de staatssecretaris vernietigd en bepaald dat Nederland verantwoordelijk is voor de behandeling van het verzoek om internationale bescherming van de vreemdeling.
Tegen deze uitspraken heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen en besloten dat de staatssecretaris de uitspraken van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Dit betekent dat de overdrachtstermijn wordt opgeschort met ingang van de dag na de bekendmaking van de uitspraak. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 2 augustus 2021.