ECLI:NL:RVS:2021:1629

Raad van State

Datum uitspraak
23 juli 2021
Publicatiedatum
23 juli 2021
Zaaknummer
202103942/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen omgevingsvergunning voor podiumterras boven snackbar in Heerlen

Op 23 juli 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op het verzoek van Karioka II B.V. om een voorlopige voorziening te treffen tegen de omgevingsvergunning die door het college van burgemeester en wethouders van Heerlen is verleend voor de bouw van een podiumterras boven een snackbar aan De Bongerd te Heerlen. Karioka II B.V., eigenaar van nabijgelegen panden, vreesde dat het bouwproject de verhuurbaarheid van haar eigendommen negatief zou beïnvloeden. Het college had op 13 november 2020 de vergunning verleend, waarna Karioka II B.V. bezwaar maakte, dat ongegrond werd verklaard. De rechtbank Limburg bevestigde dit op 4 juni 2021, waarna Karioka II B.V. in hoger beroep ging en verzocht om een voorlopige voorziening.

Tijdens de zitting op 7 juli 2021 werd het verzoek behandeld. De voorzieningenrechter oordeelde dat het college in redelijkheid de omgevingsvergunning had kunnen verlenen. De voorzieningenrechter stelde vast dat het podiumterras niet direct tegenover het pand van Karioka II B.V. wordt gebouwd en dat de impact op de verhuurbaarheid beperkt zou zijn. Bovendien werd het algemeen belang van de bouw, ter versterking van de levendigheid van het centrum, als zwaarder gewogen dan de belangen van Karioka II B.V. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de rechtmatigheid van de verleende vergunning en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af.

De voorzieningenrechter benadrukte dat zijn oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De beslissing houdt in dat het college geen proceskosten hoeft te vergoeden en dat het verzoek van Karioka II B.V. om schorsing van de vergunning wordt afgewezen.

Uitspraak

202103942/2/R2.
Datum uitspraak: 23 juli 2021
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
Karioka II B.V., gevestigd te Amsterdam,
verzoekster,
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg (hierna: de rechtbank) van 4 juni 2021 in zaken nrs. 21/1169 en 21/1168 in het geding tussen:
Karioka II B.V.
en
het college van burgemeester en wethouders van Heerlen.
Procesverloop
Bij besluit van 13 november 2020 heeft het college aan de gemeente Heerlen een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een openbaar podiumterras/openbare zitplek boven een snackbar aan De Bongerd te Heerlen.
Bij besluit van 18 maart 2021 heeft het college het door Karioka II B.V.  daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 4 juni 2021 heeft de rechtbank het door Karioka II B.V. daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft Karioka II B.V. hoger beroep ingesteld.
Karioka II B.V. heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 7 juli 2021, waar Karioka II B.V., vertegenwoordigd door mr. C.F.J.M. Nelemans, advocaat te Amsterdam, en het college, vertegenwoordigd door mr. J.A.L. Devoi, zijn verschenen. Tevens is de gemeente Heerlen, vergunninghouder, evenzeer vertegenwoordigd door mr. J.A.L. Devoi, ter zitting als partij gehoord.
Overwegingen
1.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.       Het college heeft een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) verleend voor het bouwen van een podiumterras/openbare zitplek, boven een reeds bestaande snackbar.
3.       Karioka II B.V. is eigenaresse van het pand de Bongerd 2-20 en Geleenstraat 2-6 te Heerlen. Zij vreest dat het bouwplan de verhuurbaarheid van haar pand nadelig zal beïnvloeden.
4.         Het verzoek van Karioka II B.V. strekt tot schorsing van de verleende omgevingsvergunning, totdat in de hoofdzaak uitspraak is gedaan.
Spoedeisend belang
5.       Vergunninghouder heeft aangegeven het bouwwerk zo spoedig mogelijk te willen gaan bouwen. Gelet hierop acht de voorzieningenrechter spoedeisend belang aanwezig.
Voorlopig rechtmatigheidsoordeel
6.       Karioka II B.V. betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het college in redelijkheid de aangevraagde omgevingsvergunning heeft kunnen verlenen. Zij voert aan dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college haar belangen onvoldoende heeft meegewogen en dat het college het door hem ingenomen standpunt, dat het podiumterras niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening, onvoldoende heeft gemotiveerd.
6.1.    Uit het bepaalde in artikel 2.12, eerste lid, van de Wabo volgt dat de gevraagde omgevingsvergunning slechts kan worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Daarnaast geldt dat het college bij zijn besluitvorming over een aanvraag als hier aan de orde beleidsruimte heeft. Dat betekent dat het college de keuze heeft om zijn bevoegdheid tot afwijking van het bestemmingsplan al dan niet te gebruiken. De bestuursrechter toetst of het college bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen.
6.2.    De rechtbank heeft terecht overwogen dat het bouwplan, zoals dat is aangevraagd, ter toetsing voorligt. Het gaat om een podiumterras boven een reeds bestaande snackbar/kiosk, bestaande uit een transparante staalconstructie, voorzien van een buitentrap, met daarboven een dak. De voorzieningenrechter heeft ter zitting vastgesteld dat het podiumterras niet recht tegenover, maar schuin tegenover het pand van Karioka II B.V. wordt gebouwd, op een afstand van tenminste acht meter. Het podiumterras zal het zicht op het pand van Karioka II, en de daaraan aangebrachte gevelreclame, vanuit het plein en vanuit de aanloopstraten, slechts in beperkte mate ontnemen. Gelet hierop zal, naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter, het bouwplan slechts in beperkte mate de belangen van Karioka II, die met name zien op de verhuurbaarheid van het pand en het terugverdienen van gedane investeringen, aantasten. Verder heeft het college zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het algemeen belang is gediend met de bouw van het podiumterras, omdat het van toegevoegde waarde is voor het centrum. Dat door het bouwplan de overlast zal toenemen, acht de voorzieningenrechter met de rechtbank niet aannemelijk. Gelet hierop heeft, naar het oordeel van de voorzieningenrechter, de rechtbank terecht overwogen dat het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het algemene belang, dat is gemoeid met de bouw van het podiumterras, zwaarder weegt dan de belangen van Karioka II B.V.
6.3.    De rechtbank heeft daarnaast terecht overwogen dat het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het bouwplan niet in strijd is met het gemeentelijk beleid, onder meer neergelegd in "Sjoeën Heële - Kadernota beeldkwaliteit openbare ruimte centrum Heerlen" en "Urban Bidboek Heerlen", omdat het bouwplan voldoet aan het in dit beleid geformuleerde uitgangspunt dat de levendigheid van het centrum wordt versterkt en aantrekkelijker wordt gemaakt. Het college heeft zich in dat verband in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het bouwplan zal bijdragen aan de uitstraling en de beleving van de openbare ruimte. Van strijd met het Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2014 en artikel 2.2.3 van de Omgevingsverordening Limburg is niet gebleken. De rechtbank heeft terecht overwogen dat het bouwplan niet voorziet in een nieuwe functie waarvoor eerst een leegstaand pand, zoals dat van de apotheek, zou moet worden benut. Gelet hierop is de voorzieningenrechter van oordeel dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het podiumterras niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening is.
6.4.    Gelet op het voorgaande heeft de rechtbank naar het oordeel van de voorzieningenrechter terecht heeft geoordeeld dat het college in redelijkheid de aangevraagde omgevingsvergunning heeft kunnen verlenen. De voorzieningenrechter ziet, gelet hierop, in hetgeen door Karioka II B.V. is aangevoerd geen aanleiding voor het oordeel dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zal blijven.
Conclusie
7.       Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen en de betrokken belangen in aanmerking genomen, bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
8.       Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. H.C.P. Venema, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. F. Nales, griffier.
De voorzieningenrechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
Uitgesproken in het openbaar op 23 juli 2021
680.