ECLI:NL:RVS:2021:1358
Raad van State
- Herziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Herziening van een uitspraak in vreemdelingenrechtelijke zaak
Op 8 april 2021 heeft de vreemdeling de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, verzocht om herziening van de uitspraak van 18 december 2020 in zaak nr. NL20.20622. Dit verzoek werd op 10 mei 2021 door de rechtbank doorgestuurd naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Afdeling heeft op 28 juni 2021 uitspraak gedaan op het verzoek om herziening, waarbij het verzoek werd afgewezen. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft vastgesteld dat de rechtbank het verzoek van de vreemdeling terecht heeft aangemerkt als een verzoek om herziening van de eerdere uitspraak van de Afdeling van 14 januari 2021 in zaak nr. 202006850/1/V3. De vreemdeling heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die herziening rechtvaardigen, zoals vereist onder artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De Afdeling heeft daarom besloten het verzoek af te wijzen en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.A. Verweij, griffier.