ECLI:NL:RVS:2021:132

Raad van State

Datum uitspraak
27 januari 2021
Publicatiedatum
22 januari 2021
Zaaknummer
202006482/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake openbaarmaking rapport jeugdhulp

Op 2 november 2020 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport besloten om het rapport ‘[bedrijf] Nederlandse jeugdhulp in Portugal. Toets kleinschalige jeugdhulp met verblijf’ van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd openbaar te maken. [verzoeker] heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat de minister in afwachting van de uitspraak op het beroep niet overgaat tot openbaarmaking van het rapport. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 14 januari 2021 behandeld, waarbij [verzoeker] werd vertegenwoordigd door mr. R.L. de Graaff en de minister door mr. M.P. Man, mr. M.G.E. Grijsbach en M.C. Everts.

Tijdens de zitting heeft de minister aangegeven dat de openbaarmaking van het rapport zal worden uitgesteld tot de uitspraak van de Afdeling op het beroep, waarmee de minister tegemoet is gekomen aan het verzoek van [verzoeker]. [verzoeker] heeft vervolgens het verzoek om een voorlopige voorziening ingetrokken en verzocht om proceskostenvergoeding.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat, ingevolge artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht, de minister veroordeeld kan worden tot vergoeding van de proceskosten, aangezien hij geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het verzoekschrift is tegemoetgekomen. De voorzieningenrechter heeft de minister veroordeeld tot vergoeding van € 1.068,00 aan proceskosten en € 178,00 aan griffierecht aan [verzoeker]. De uitspraak is gedaan door mr. S.F.M. Wortmann, in tegenwoordigheid van mr. E.R. Fernandez, griffier, en is openbaar uitgesproken op 27 januari 2021.

Uitspraak

202006482/2/A3.
Datum uitspraak: 27 januari 2021
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek van:
[verzoeker] handelend onder de naam [bedrijf], wonend te [woonplaats],
om proceskostenveroordeling in geval van intrekking van een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening.
Procesverloop
Bij besluit van 2 november 2020 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport opnieuw besloten het rapport ‘[bedrijf] Nederlandse jeugdhulp in Portugal. Toets kleinschalige jeugdhulp met verblijf’ van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, openbaar te maken.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld bij de Afdeling. Daarnaast heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 14 januari 2021, waar [verzoeker], vertegenwoordigd door mr. R.L. de Graaff, advocaat te Amsterdam, en de minister, vertegenwoordigd door mr. M.P. Man, mr. M.G.E. Grijsbach en M.C. Everts, zijn verschenen.
[verzoeker] heeft het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening ingetrokken en de voorzieningenrechter verzocht de minister te veroordelen in de bij hem opgekomen proceskosten.
Overwegingen
1.       Ingevolge artikel 8:75a, eerste lid, gelezen in verbinding met artikel 8:84, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) kan, in geval van intrekking van het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het verzoekschrift is tegemoetgekomen, dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van die wet worden veroordeeld.
2.       [verzoeker] heeft bij wijze van voorlopige voorziening verzocht om te bepalen dat de minister in afwachting van de uitspraak op het beroep niet overgaat tot openbaarmaking van het rapport. Ter zitting heeft de minister de voorzieningenrechter geïnformeerd dat met de openbaarmaking van het rapport zal worden gewacht tot de uitspraak van de Afdeling op het beroep. De minister is aldus aan de indiener van het verzoekschrift tegemoetgekomen, als bedoeld in artikel 8:75a van de Awb.
3.       Het verzoek moet als gegrond op na te melden wijze worden toegewezen.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        veroordeelt de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tot vergoeding van bij [verzoeker] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.068,00 (zegge: duizendachtenzestig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
II.       gelast dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan [verzoeker] het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 178,00 (zegge: honderdachtenzeventig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. S.F.M. Wortmann, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.R. Fernandez, griffier.
De voorzieningenrechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen. De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
Uitgesproken in het openbaar op 27 januari 2021
753.