ECLI:NL:RVS:2021:1252
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 15 juni 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling een voorlopige voorziening heeft verzocht. De vreemdeling had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 4 februari 2021 niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank Den Haag had op 19 mei 2021 het beroep van de vreemdeling tegen deze beslissing ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling in hoger beroep ging en tevens verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling vroeg de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft, gelet op de aangevoerde argumenten, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit betekent dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een uitspraak is gedaan in het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in dit geval € 534,00 bedragen, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.
De uitspraak is gedaan door mr. C.M. Wissels, die als voorzieningenrechter optrad, en mr. J.A. Verweij fungeerde als griffier. De uitspraak werd in het openbaar gedaan op 15 juni 2021.