ECLI:NL:RVS:2021:1227
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.C.M.A. Michiels
- Rechtspraak.nl
Bestuursdwang en kostenverhaal bij onjuist aanbieden van huishoudelijk afval
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Arnhem op 27 januari 2021 een besluit genomen om spoedeisende bestuursdwang toe te passen. Dit besluit volgde op een incident op 13 januari 2021, waarbij een huisvuilzak van de appellant naast een ondergrondse restafvalcontainer werd aangetroffen. De appellant, wonend te Arnhem, had de huisvuilzak daar neergezet omdat hij de klep van de container niet kon openen, aangezien deze defect zou zijn. Het college heeft de kosten van de bestuursdwang, ter hoogte van € 87,00, voor rekening van de appellant gebracht.
De appellant was het niet eens met deze kosten en stelde dat hij de huisvuilzak niet op de juiste manier had kunnen aanbieden door de defecte container. Het college verklaarde het bezwaar van de appellant ongegrond op 15 februari 2021, waarna de appellant beroep instelde. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 20 mei 2021 behandeld.
In de overwegingen van de uitspraak werd vastgesteld dat de appellant de huisvuilzak verkeerd had aangeboden, wat leidde tot de kosten voor het college. De Raad van State oordeelde dat de kosten voor het verwijderen van de huisvuilzak terecht voor rekening van de appellant kwamen, omdat hij niet had voldaan aan zijn verplichtingen om het afval op de juiste wijze aan te bieden. De omstandigheid dat de container defect was, ontsloeg de appellant niet van deze verplichting. De Raad van State verklaarde het beroep van de appellant ongegrond en het college hoefde geen proceskosten te vergoeden.