ECLI:NL:RVS:2021:1188

Raad van State

Datum uitspraak
3 juni 2021
Publicatiedatum
7 juni 2021
Zaaknummer
202006469/4/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake openbaarmaking documenten dierenwelzijn na informatieverzoek RTL Nieuws

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 12 oktober 2020, waarin de openbaarmaking van documenten naar aanleiding van een informatieverzoek van RTL Nieuws over dierenwelzijn aan de orde is. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 3 juni 2021 een mondelinge uitspraak gedaan. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit had verzocht om opheffing van een eerder getroffen voorlopige voorziening, die op 17 maart 2021 was vastgesteld. Deze voorziening hield in dat de minister niet over mocht gaan tot openbaarmaking van de documenten totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de minister om opheffing van de voorlopige voorziening afgewezen. De rechter oordeelde dat de minister geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden had aangedragen die een andere beslissing rechtvaardigden. De voorzieningenrechter benadrukte dat de gevolgen van de openbaarmaking van de documenten voor de verzoeker onomkeerbaar zijn en dat het belang van RTL Nieuws bij openbaarmaking niet opweegt tegen het belang van de verzoeker om deze openbaarmaking te voorkomen. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen zwaarderwegend belang van de minister was om tot openbaarmaking over te gaan, en dat RTL Nieuws niet had deelgenomen aan het geding, wat ook niet wijst op een urgent belang bij de openbaarmaking.

De uitspraak bevestigt de noodzaak om zorgvuldig om te gaan met de belangen van betrokkenen bij de openbaarmaking van gevoelige informatie, vooral in zaken die betrekking hebben op dierenwelzijn en privacy.

Uitspraak

202006469/4/A3.
Datum uitspraak: 3 juni 2021
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om opheffing of wijziging van de bij de uitspraak van de voorzieningenrechter van 17 maart 2021 in zaak nr. 202006469/3/A3 getroffen voorziening (artikel 8:87 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 12 oktober 2020 in zaak nr. 19/7175 in het geding tussen:
[partij]
en
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
verzoeker.
Openbare zitting gehouden op 3 juni 2021 om 13:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. C.J. Borman, voorzieningenrechter
griffier: mr. B. Ley-Nell
Verschenen:
De minister, vertegenwoordigd door mr. A.H.T.M van Straaten
[verzoeker] en [partner]
Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 12 oktober 2020 van de rechtbank. Het geding betreft de openbaarmaking van documenten naar aanleiding van een informatieverzoek van RTL Nieuws betreffende dierenwelzijn.
De minister heeft de Afdeling verzocht de bij uitspraak van de voorzieningenrechter van 17 maart 2021 getroffen voorlopige voorziening op te heffen.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Gronden
•        De voorzieningenrechter heeft op 17 maart 2021 bij wijze van voorlopige voorziening bepaald dat de minister, voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist, niet overgaat tot openbaarmaking van documenten.
•        De reden voor deze voorziening was dat het gevolg van de openbaarmaking van de op [verzoeker] betrekking hebbende documenten niet meer ongedaan kan worden gemaakt en derhalve onomkeerbaar is. De voorzieningenrechter heeft hierbij betrokken dat [verzoeker] er belang bij heeft dat een dergelijke situatie wordt voorkomen en het daartegenoverstaande belang van RTL Nieuws bij openbaarmaking van de documenten niet zo zwaar weegt dat de uitspraak op het hoger beroep niet kan worden afgewacht.
•        Het verzoek van de minister om opheffing van deze voorziening bevat geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden die ten tijde van de uitspraak van de voorzieningenrechter niet bekend waren en een ander licht op de zaak werpen.
•        Zoals de voorzieningenrechter heeft overwogen, heeft [verzoeker] er belang bij dat openbaarmaking van documenten hangende het hoger beroep wordt voorkomen aangezien het gevolg daarvan niet meer ongedaan kan worden het gemaakt.
•        Niet is gebleken van een zwaarderwegend belang van de minister om tot openbaarmaking van documenten over te gaan vooruitlopend op de uitspraak op het hoger beroep van [verzoeker].
•        RTL Nieuws, die het verzoek tot openbaarmaking heeft gedaan, heeft noch bij de rechtbank noch in hoger beroep deelgenomen aan het geding, hetgeen evenmin wijst op een zwaarderwegend belang dat is gemoeid met spoedige openbaarmaking.
w.g. Borman
voorzieningenrechter
w.g. Ley-Nell
griffier
597.