ECLI:NL:RVS:2020:48
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting en opvang van vreemdeling
Op 10 januari 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvraag op 12 januari 2018 afgewezen en geweigerd om ambtshalve te bepalen dat uitzetting van de vreemdeling achterwege blijft. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank, die op 25 juli 2019 een tussenuitspraak deed en de staatssecretaris in de gelegenheid stelde om het geconstateerde gebrek te herstellen. Op 13 december 2019 verklaarde de rechtbank het beroep van de vreemdeling gegrond, maar liet de rechtsgevolgen daarvan geheel in stand. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling vroeg de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te krijgen. De voorzieningenrechter heeft, gelet op de aangevoerde argumenten, besloten een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn opgekomen in verband met de behandeling van het verzoek, tot een bedrag van € 525,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.