ECLI:NL:RVS:2020:390

Raad van State

Datum uitspraak
6 februari 2020
Publicatiedatum
6 februari 2020
Zaaknummer
201807801/1/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake intrekking verblijfsvergunning asiel en herkomst vreemdeling

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 29 augustus 2018, waarin de rechtbank het beroep van de vreemdeling gegrond verklaarde en de intrekking van zijn verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd vernietigde. De staatssecretaris had de verblijfsvergunning ingetrokken op basis van onjuiste gegevens over de herkomst van de vreemdeling, die volgens hem niet geloofwaardig was. De vreemdeling had echter een contra-expertise ingebracht die zijn herkomst uit Zuid-Somalië bevestigde. De rechtbank oordeelde dat de contra-expertise op zorgvuldige wijze tot stand was gekomen en dat de taalanalyse van het TOELT geen bruikbaar hulpmiddel was. De staatssecretaris ging in hoger beroep en betoogde dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat de contra-expertise betrouwbaar was en dat de taalanalyse niet bruikbaar was. De Raad van State oordeelde dat de rechtbank deze conclusies ten onrechte had getrokken en dat de taalanalyse wel degelijk bruikbaar was. Het hoger beroep werd gegrond verklaard, de uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep van de vreemdeling werd ongegrond verklaard.

Uitspraak

201807801/1/V2.
Datum uitspraak: 6 februari 2020
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 29 augustus 2018 in zaak nr. NL17.14548 in het geding tussen:
[de vreemdeling]
en
de staatssecretaris.
Procesverloop
Bij besluit van 5 december 2017 heeft de staatssecretaris de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingetrokken.
Bij uitspraak van 29 augustus 2018 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard en dat besluit vernietigd.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld.
De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. F. Fonville, advocaat te Haarlem, heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Overwegingen
1.    De staatssecretaris heeft de verblijfsvergunning ingetrokken omdat de vreemdeling onjuiste gegevens heeft verstrekt over zijn herkomst. De staatssecretaris acht niet langer geloofwaardig dat de vreemdeling uit Zuid-Somalië, meer specifiek uit de plaats Qoryooley, komt. Hij heeft hieraan een taalanalyse van het Team Onderzoek en Expertise Land en Taal (hierna: het TOELT) ten grondslag gelegd, waarin het TOELT concludeert dat de vreemdeling eenduidig niet is te herleiden tot de spraakgemeenschap in Zuid-Somalië. De vreemdeling heeft hiertegen een contra-expertise van De Taalstudio ingebracht, waarin een expert van De Taalstudio (hierna: XFTP) concludeert dat hij eenduidig juist wel is te herleiden tot de plaats Qoryooley in Zuid-Somalië. Het TOELT en De Taalstudio hebben daarna verschillende keren op elkaar gereageerd.
2.    In de enige grief klaagt de staatssecretaris dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de contra-expertise op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, de redenering daarin begrijpelijk is en de getrokken conclusies daarop aansluiten. Ook klaagt hij dat de rechtbank in het verlengde daarvan ten onrechte heeft overwogen dat gelet op de tegengestelde uitkomst van de contra-expertise de taalanalyse in dit geval geen bruikbaar hulpmiddel is bij de beoordeling van de herkomst van de vreemdeling. De staatssecretaris betoogt dat XFTP zijn aanname over het gangbare spraakgebruik in Qoryooley onder meer ten onrechte heeft gebaseerd op eigen onderzoek waarbij hij geluidsopnames voor taalanalyses heeft gebruikt uit andere asielprocedures. Dergelijke opnames zijn ongeschikt als uitgangspunt voor een wetenschappelijke studie naar het spraakgebruik in een bepaald gebied. Ook heeft XFTP onvoldoende gepreciseerd welke andere bronnen ten grondslag liggen aan zijn aanname, zodat onmogelijk valt te controleren hoe hij is gekomen tot zijn opvatting over het gangbare spraakgebruik in Qoryooley, aldus de staatssecretaris.
3.    De staatssecretaris betoogt terecht dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat XFTP gemotiveerd heeft uiteengezet wat het gangbare spraakgebruik in Qoryooley is. Anders dan de rechtbank heeft overwogen, heeft XFTP niet betwist dat hij bij zijn onderzoek naar het gangbare spraakgebruik in Qoryooley gebruik heeft gemaakt van geluidsopnames van het TOELT uit eerdere asielprocedures. De rechtbank heeft niet onderkend dat die geluidsopnames geen betrouwbare bron zijn. Geluidsopnames worden in asielprocedures immers alleen gemaakt als wordt getwijfeld aan de gestelde herkomst van een vreemdeling, en geven daarom een onjuist, dan wel onvolledig beeld van het gangbare spraakgebruik in een bepaald gebied. Waar de vreemdeling betoogt dat XFTP zich ervan heeft vergewist dat de door hem gebruikte opnames afkomstig zijn van vreemdelingen die daadwerkelijk uit Qoryooley komen, gaat hij eraan voorbij dat XFTP daarbij is uitgegaan van aannames over het heersende spraakgebruik in Qoryooley die in elk geval deels zijn gebaseerd op geluidsopnames van vreemdelingen van wie de herkomst niet vaststond.
3.1.    Dat de rechtbank ook heeft overwogen dat XFTP gebruik heeft gemaakt van geluidsopnames van buitenlandse collega's en van onderzoek verricht door derden, maakt het voorgaande niet anders. Immers, zoals de staatssecretaris terecht betoogt, kleven aan die buitenlandse opnames dezelfde bezwaren als aan de opnames van TOELT die XFTP heeft gebruikt. Ook heeft XFTP niet geconcretiseerd op welke andere bronnen hij zijn onderzoek heeft gebaseerd. Anders dan de rechtbank heeft overwogen, kan uit het gebruik van die bronnen dus niet worden afgeleid dat XFTP alsnog deugdelijk heeft onderbouwd hoe hij tot zijn conclusie over het spraakgebruik in Qoryooley is gekomen.
3.2.    Dat, zoals de rechtbank heeft overwogen, XFTP wel aandacht heeft besteed aan de kennis van de vreemdeling over Qoryooley, maar het TOELT niet, leidt niet tot een ander oordeel. Zoals de staatssecretaris terecht betoogt onder verwijzing naar de Vakbijlage Taalanalyse bij de taalanalyse van het TOELT van 11 oktober 2016, heeft zulke kennis in dit verband ten hoogste een ondergeschikte betekenis.
3.3.    De rechtbank heeft kortom ten onrechte overwogen dat de contra-expertise op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, de redenering daarin begrijpelijk is en de getrokken conclusies daarop aansluiten. Zij heeft in het verlengde hiervan ook ten onrechte overwogen dat de taalanalyse in dit geval geen bruikbaar hulpmiddel is bij de beoordeling van de juistheid van de verklaring van de vreemdeling dat hij uit Zuid-Somalië komt. De grief slaagt.
4.    Het hoger beroep is gegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd. Omdat er geen beroepsgronden zijn die de rechtbank niet heeft besproken, is het beroep alsnog ongegrond. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.    verklaart het hoger beroep gegrond;
II.    vernietigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 29 augustus 2018 in zaak nr. NL17.14548;
III.    verklaart het door de vreemdeling bij de rechtbank in die zaak ingestelde beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. E. Steendijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.A.M.J. Graat, griffier.
w.g. Troostwijk    w.g. Graat
voorzitter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 6 februari 2020
307-894.