ECLI:NL:RVS:2020:347
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende afgifte document rechtmatig verblijf
Op 5 februari 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een voorlopige voorziening heeft verzocht. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 23 december 2019 het beroep van een vreemdeling gegrond had verklaard en de staatssecretaris had opgedragen om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van de vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag om afgifte van een document dat rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan aantoont.
De staatssecretaris had de aanvraag op 10 december 2018 afgewezen, waarna het bezwaar ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelde echter dat de staatssecretaris niet correct had gehandeld en dat de vreemdeling recht had op het document. In het hoger beroep dat de staatssecretaris tegen deze uitspraak instelde, vroeg hij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat hij niet verplicht zou zijn om het besluit van de rechtbank uit te voeren totdat er een beslissing was genomen in het hoger beroep.
De voorzieningenrechter overwoog dat, gezien de argumenten van beide partijen, het niet aannemelijk was dat de uitspraak van de rechtbank in stand zou blijven. Daarom werd de voorlopige voorziening getroffen, waarbij de staatssecretaris niet verplicht werd om een nieuw besluit te nemen voordat de Afdeling op het hoger beroep had beslist. De staatssecretaris werd ook vrijgesteld van het vergoeden van proceskosten.