ECLI:NL:RVS:2020:3136

Raad van State

Datum uitspraak
31 december 2020
Publicatiedatum
30 december 2020
Zaaknummer
202003708/2/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.J. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek om voorlopige voorziening

Op 3 november 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 30 juni 2020 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 31 december 2020 uitspraak gedaan. In deze uitspraak werd overwogen dat er op 28 december 2020 al een beslissing was genomen op het hoger beroep van de vreemdeling in een andere zaak. Hierdoor werd het verzoek om voorlopige voorziening niet in behandeling genomen. De voorzieningenrechter verklaarde het verzoek niet-ontvankelijk en oordeelde dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. J.J. van Eck, in tegenwoordigheid van mr. I.W.M.J. Bossmann, griffier.

Uitspraak

202003708/2/V2.
Datum uitspraak: 31 december 2020
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 30 juni 2020 in zaak nr. NL19.26487 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 3 november 2019 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij uitspraak van 30 juni 2020 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.    Bij uitspraak van 28 december 2020 in zaak nr. 202003708/1/V2, heeft de Afdeling op het hoger beroep van de vreemdeling beslist. Daarom wordt het verzoek om voorlopige voorziening niet in behandeling genomen.
2.    Het verzoek is niet-ontvankelijk. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J.J. van Eck, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. I.W.M.J. Bossmann, griffier.
w.g. Van Eck
voorzieningenrechter
w.g. Bossmann
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 31 december 2020
238.