ECLI:NL:RVS:2020:3060
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvraag door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 23 december 2020 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 2 juni 2020 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De rechtbank Den Haag verklaarde op 10 september 2020 het beroep van de vreemdeling ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R. Hijma, hoger beroep ingesteld.
In het hoger beroep heeft de vreemdeling e-mails van de Albanese autoriteiten overgelegd, gedateerd op 6 en 27 oktober 2020. De Raad van State oordeelde dat deze e-mails, die na de uitspraak van de rechtbank zijn ontvangen, niet bij de beoordeling van het hoger beroep kunnen worden betrokken. De vreemdeling had deze informatie eerder moeten indienen, en als hij deze e-mails bij de besluitvorming wil betrekken, kan hij een nieuwe aanvraag indienen.
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep ongegrond is. De reden voor deze beslissing is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 23 december 2020.