ECLI:NL:RVS:2020:2972
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielaanvraag van vreemdeling tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 15 december 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die een aanvraag had ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 24 juli 2020 niet in behandeling genomen. De rechtbank Den Haag had in een tussenuitspraak op 30 september 2020 de staatssecretaris opgedragen om een gebrek in het besluit te herstellen, maar de staatssecretaris weigerde dit. Vervolgens verklaarde de rechtbank op 16 november 2020 het beroep van de vreemdeling gegrond en vernietigde het besluit van de staatssecretaris, met de opdracht om een nieuw besluit te nemen. Hiertegen stelde de staatssecretaris hoger beroep in en verzocht hij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij niet verplicht zou zijn om een nieuw besluit te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist.
De voorzieningenrechter overwoog dat, gezien de argumenten van beide partijen, het voorlopig niet aannemelijk was dat de uitspraak van de rechtbank in stand zou blijven. Daarom besloot hij om de overdrachtstermijn op te schorten, met ingang van de dag na de bekendmaking van de uitspraak. Tevens werd bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. E. Steendijk, in tegenwoordigheid van mr. E.L.N. Bakker, griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.