ECLI:NL:RVS:2020:2842
Raad van State
- E.J. Daalder
- P. Klein
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het verzoek tot beperkte kennisneming van stukken in hoger beroep inzake nationale veiligheid
In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 12 maart 2020 in zaak nr. 19/1659. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een aantal gedingstukken overgelegd en verzocht om beperkte kennisneming van deze stukken door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De minister heeft aangevoerd dat het vrijgeven van de informatie in deze stukken lopende en toekomstige onderzoeken kan frustreren en de nationale veiligheid in gevaar kan brengen.
De Afdeling heeft de verzoeken van de minister beoordeeld en vastgesteld dat er gewichtige redenen zijn om de kennisneming van de stukken door [appellant] te beperken. De Afdeling heeft overwogen dat het belang van de nationale veiligheid en het voorkomen van schade aan lopende onderzoeken zwaarder weegt dan het belang van [appellant] om kennis te nemen van de stukken. De Afdeling heeft daarom besloten dat alleen zij kennis mag nemen van de overgelegde stukken.
De beslissing is genomen op 3 december 2020 en is vastgesteld door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. P. Klein, griffier. De Afdeling heeft het verzoek tot beperkte kennisneming van de stukken toegewezen, waarmee de minister in zijn verzoek is gehonoreerd.