ECLI:NL:RVS:2020:2719
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot afwijzing verblijfsvergunning
Op 16 november 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 31 augustus 2020 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 28 oktober 2020 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft de vreemdeling in zijn verzoek ontvangen en heeft geoordeeld dat de staatssecretaris de vreemdeling niet mag uitzetten totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Tevens heeft de voorzieningenrechter bepaald dat de staatssecretaris de proceskosten van de vreemdeling moet vergoeden, die zijn vastgesteld op € 525,00, te wijten aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is ondertekend door de voorzieningenrechter en de griffier, hoewel de voorzieningenrechter verhinderd was om de uitspraak zelf te ondertekenen.