202003999/2/R4.
Datum beslissing: 18 november 2020
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in het geding tussen:
1. Stichting Tsjingas, gevestigd te Nij Beets, gemeente Opsterland,
2. [appellant sub 2], wonend te [woonplaats], en anderen,
3. [appellant sub 3], wonend te [woonplaats], en anderen,
4. [appellant sub 4A] en [appellant sub 4B], wonend te [woonplaats],
5. raadsfractie GroenLinks Smallingerland, gevestigd te Drachten, gemeente Smallingerland,
6. [appellant sub 6], wonend te [woonplaats],
7. [appellant sub 7], wonend te [woonplaats], en anderen,
8. Vereeniging Dorpsbelang, gevestigd te Opeinde, gemeente Smallingerland,
9. [appellant sub 9], wonend te [woonplaats], en anderen,
10. [appellante sub 10], gevestigd te [plaats], en anderen,
appellanten,
en
de minister van Economische Zaken en Klimaat,
verweerder.
Procesverloop
Appellanten hebben beroep ingesteld tegen het instemmingsbesluit met de actualisatie van winningsplan "Opeinde-Zuid en Middelburen" van de minister van 10 juni 2020.
De minister heeft één stuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb meegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.
Het betreft een vertrouwelijke bijlage bij de actualisatie van het winningsplan van Vermilion Energy Netherlands B.V. (hierna: Vermilion) van 6 augustus 2018.
Overwegingen
1. De minister heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van het stuk kennis zal nemen. De minister heeft ter motivering van het verzoek aangevoerd dat de bijlage bij het winningsplan vertrouwelijk meegedeelde bedrijfs- en fabricagegegevens bevat.
2. Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden
3. De Afdeling acht het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd. Naar het oordeel van de Afdeling weegt het belang om de vertrouwelijk aan de minister meegedeelde bedrijfs- en productiegegevens van Vermilion niet openbaar te maken zwaarder dan het belang van appellanten om kennis nemen van deze gegevens. De gegevens bevatten informatie over volumeschattingen van de voorkomens Opeinde-Zuid en Middelburen en over de verwachte investerings- en operationele kosten. Deze gegevens bevatten dus wetenswaardigheden over de technische bedrijfsvoering of het productieproces van Vermilion en over de kosten voor de winning van gas.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe;
Aldus vastgesteld door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van A.L. van Driel Kluit, griffier.
w.g. Daalder w.g. Van Driel Kluit
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 18 november 2020