ECLI:NL:RVS:2020:2144
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake verblijfsvergunning asiel voor vreemdeling
Op 8 september 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had eerder, op 18 februari 2019, een aanvraag van de vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingewilligd. Echter, bij aanvullend besluit van 29 april 2020 werd de ingangsdatum van deze vergunning gewijzigd naar 29 augustus 2017. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, heeft op 21 juli 2020 het beroep van de vreemdeling tegen dit besluit gegrond verklaard en de ingangsdatum vastgesteld op 29 oktober 2014.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de argumenten van beide partijen, het niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in stand blijft. Daarom heeft hij besloten om de door de rechtbank vastgestelde ingangsdatum van de vergunning niet in werking te laten treden totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. J.Th. Drop, in tegenwoordigheid van mr. I.W.M.J. Bossmann, griffier.