ECLI:NL:RVS:2020:2079
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 31 augustus 2020 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had op 13 mei 2020 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank, die op 26 augustus 2020 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zijn voorgenomen overdracht op 2 september 2020 zou worden opgeschort.
De voorzieningenrechter overwoog dat de hogerberoepstermijn nog niet was verstreken en dat er aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter besloot dat de voorgenomen overdracht op 2 september 2020 achterwege moest blijven. Daarnaast werd de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 525,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 31 augustus 2020.