ECLI:NL:RVS:2020:2064

Raad van State

Datum uitspraak
26 augustus 2020
Publicatiedatum
27 augustus 2020
Zaaknummer
201906716/2/A3 en 201906731/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van een staatsraad in bestuursrechtelijke zaken

Op 16 juli 2020 heeft de verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. E.A. Minderhoud, lid van de enkelvoudige kamer van de Raad van State, die belast was met de behandeling van de zaken met nummers 201906716/1/A3 en 201906731/1/R4. De wraking werd niet door de staatsraad aanvaard. Op 14 augustus 2020 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het wrakingsverzoek ter openbare zitting behandeld, waarbij de verzoeker is gehoord. Tijdens deze zitting heeft de verzoeker een tweede wrakingsverzoek ingediend, waarop de staatsraad heeft berust.

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft overwogen dat, aangezien de staatsraad in het tweede verzoek om wraking heeft berust, het procesbelang van het eerste verzoek om wraking is komen te vervallen. Dit betekent dat het verzoek om wraking van 16 juli 2020 niet-ontvankelijk is verklaard. De beslissing is genomen door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 26 augustus 2020, waarbij mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen als voorzitter en mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en mr. C.J. Borman als leden betrokken waren. De griffier, mr. M.V.T.K. Oei, was ook aanwezig, maar kon de beslissing niet ondertekenen.

Uitspraak

201906716/2/A3 en 201906731/2/R4.
Datum beslissing: 26 augustus 2020
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op het verzoek van:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
om toepassing van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht.
Procesverloop
Bij brief van 16 juli 2020 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van mr. E.A. Minderhoud (hierna: de staatsraad), als lid van de enkelvoudige kamer belast met de behandeling van zaken nrs. 201906716/1/A3 en 201906731/1/R4.
De staatsraad heeft niet in de wraking berust.
[verzoeker] heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft het wrakingsverzoek op 14 augustus 2020 ter openbare zitting behandeld, waar [verzoeker] is gehoord.
Overwegingen
1.    [verzoeker] heeft op 14 augustus 2020 een tweede verzoek om wraking van de staatsraad in de hiervoor genoemde zaken ingediend. De staatsraad heeft in dat verzoek berust.
2.    Gelet hierop is aan het bij brief van 16 juli 2020 gedane verzoek om wraking het procesbelang ontvallen. Dit verzoek is daarom niet-ontvankelijk.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, voorzitter, en mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en mr. C.J. Borman, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.V.T.K. Oei, griffier.
De voorzitter is verhinderd de beslissing te ondertekenen.
De griffier is verhinderd de beslissing te ondertekenen.
Uitgesproken in het openbaar op 26 augustus 2020
670.