ECLI:NL:RVS:2020:1963
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met verzoek om uitzettingsverbod
Op 19 augustus 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. S. Thelosen, een verzoek om een voorlopige voorziening hebben ingediend. Dit verzoek volgde op de afwijzing van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 23 juli 2019. De rechtbank Den Haag had op 17 juli 2020 het beroep van de vreemdelingen tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarna zij hoger beroep hebben ingesteld.
De vreemdelingen vroegen de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zouden worden uitgezet totdat er een beslissing op hun hoger beroep was genomen, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft, gelet op de aangevoerde argumenten, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit betekent dat de vreemdelingen niet mogen worden uitgezet totdat het hoger beroep is behandeld.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdelingen hebben gemaakt in verband met hun verzoek. Het totale bedrag van de proceskosten is vastgesteld op € 525,00, dat volledig is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan op 19 augustus 2020.