ECLI:NL:RVS:2020:1939
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 12 augustus 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door de staatssecretaris op 17 februari 2020 niet in behandeling was genomen. De rechtbank had op 22 juli 2020 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en de staatssecretaris opgedragen een nieuw besluit te nemen. In het hoger beroep verzocht de staatssecretaris de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij niet verplicht zou zijn om een nieuw besluit te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist. De voorzieningenrechter heeft, na afweging van de belangen van beide partijen, besloten dat de staatssecretaris geen nieuw besluit hoeft te nemen totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. A.W.M. Bijloos, in tegenwoordigheid van mr. P.A.M.J. Graat, griffier.