ECLI:NL:RVS:2020:1841

Raad van State

Datum uitspraak
29 juli 2020
Publicatiedatum
30 juli 2020
Zaaknummer
202002971/3/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na hoger beroep

Op 29 juli 2020 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 10 maart 2020 niet in behandeling was genomen. De vreemdeling had hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank, die op 12 mei 2020 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels een uitspraak is gedaan op het hoger beroep van de vreemdeling, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen en bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 29 juli 2020, en de beslissing is vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, met mr. A.M. van Meurs-Heuvel als griffier.

Uitspraak

202002971/3/V3.
Datum uitspraak: 29 juli 2020
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, van:
[de vreemdeling],
verzoeker.
Procesverloop
Bij besluit van 10 maart 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 12 mei 2020 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. Ook heeft de vreemdeling de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.    Bij uitspraak van vandaag heeft de Afdeling op het hoger beroep van de vreemdeling beslist. Daarom wordt geen voorlopige voorziening getroffen.
2.    Het verzoek wordt afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel, griffier.
w.g. Bijloos    w.g. Van Meurs-Heuvel
voorzieningenrechter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 29 juli 2020
765.