Uitspraak
Datum uitspraak: 15 juli 2020
Raad van State
Op 15 juli 2020 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende het bestemmingsplan "Buitengebied 2016, Veegplan 2018" van de gemeente Ooststellingwerf. Het bestemmingsplan, vastgesteld op 26 maart 2019, betreft het herstel van omissies en herzieningen op perceelsniveau in het buitengebied van Appelscha. De raad heeft in het plan een regeling opgenomen die het mogelijk maakt om een sierheesterkwekerij op een specifiek perceel toe te staan. De appellante, die naast het perceel woont, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat zij vreest voor aantasting van het milieu en haar woon- en leefklimaat door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
De Afdeling heeft de beroepsgronden van de appellante beoordeeld en geconcludeerd dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het bestemmingsplan in overeenstemming is met de wetgeving en de goede ruimtelijke ordening. De Afdeling heeft vastgesteld dat de publicatie van het ontwerpbestemmingsplan voldeed aan de wettelijke eisen en dat de raad niet ten onrechte heeft aangenomen dat er sprake was van een omissie die moest worden hersteld. De appellante's argumenten over de gevolgen van de kwekerij voor het milieu en de verkeerssituatie zijn niet gegrond bevonden, omdat het bestemmingsplan al een agrarische bestemming voor het perceel bevatte.
De uitspraak benadrukt de beleidsruimte die de raad heeft bij het vaststellen van bestemmingsplannen en de noodzaak om belangen zorgvuldig af te wegen. De Afdeling heeft het beroep van de appellante ongegrond verklaard, wat betekent dat het bestemmingsplan en de regeling voor de kwekerij in stand blijven. De uitspraak is een belangrijke bevestiging van de rol van de raad in de ruimtelijke ordening en de mogelijkheden voor agrarische bedrijven binnen de geldende bestemmingsplannen.