ECLI:NL:RVS:2020:1617
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning
Op 10 juli 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 11 maart 2020 niet in behandeling was genomen. De rechtbank Den Haag had op 23 april 2020 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde en tevens verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling vroeg de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden overgedragen totdat er op het hoger beroep was beslist. De staatssecretaris had zich niet expliciet verzet tegen dit verzoek. De voorzieningenrechter besloot daarom om de voorlopige voorziening toe te wijzen. Dit houdt in dat de vreemdeling niet mag worden overgedragen totdat er een uitspraak is gedaan in het hoger beroep.
Daarnaast werd de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de vreemdeling, die in verband met de behandeling van het verzoek waren gemaakt. Het totale bedrag van de proceskosten werd vastgesteld op € 525,00, dat geheel toe te rekenen was aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak werd gedaan door mr. E. Steendijk, met mr. P.A.M.J. Graat als griffier.