ECLI:NL:RVS:2020:160

Raad van State

Datum uitspraak
21 januari 2020
Publicatiedatum
22 januari 2020
Zaaknummer
201903849/6/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van een staatsraad in bestuursrechtelijke procedure

Op 20 januari 2020 heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend bij de Raad van State tegen mr. J.A. Hagen, die als lid van de enkelvoudige kamer belast was met de behandeling van de zaak met nummer 201903849/5/A2. De wraking werd op 21 januari 2020 ter openbare zitting behandeld, waarbij verzoeker aanwezig was, maar de staatsraad, mr. J.A. Hagen, geen gebruik maakte van de gelegenheid om te worden gehoord. De Afdeling Bestuursrechtspraak heeft het verzoek om wraking afgewezen. De Afdeling oordeelde dat het verzoeker niet was toegestaan om zijn verzet in de zaak zonder zitting gegrond te laten verklaren. De beslissing om het verzet ter zitting te behandelen werd als een procedurele beslissing beschouwd en niet als een omstandigheid die de onpartijdigheid van de behandeling in gevaar zou brengen. De Afdeling heeft tevens bepaald dat een volgend verzoek om dezelfde reden niet in behandeling zal worden genomen. De uitspraak werd gedaan door mr. C.J. Borman als voorzitter, bijgestaan door mr. J. Hoekstra en mr. B.P.M. van Ravels als leden, in aanwezigheid van griffier mr. A. Heinen.

Uitspraak

201903849/6/A2.
Datum beslissing: 21 januari 2020
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge beslissing met overeenkomstige toepassing van artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op een verzoek van:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
om toepassing van artikel 8:15 van de Awb.
Procesverloop
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 20 januari 2020, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van mr. J.A. Hagen (hierna: de staatsraad) als lid van de enkelvoudige kamer belast met de behandeling van de zaak met nummer 201903849/5/A2.
De staatsraad heeft niet in de wraking berust.
De Afdeling heeft het wrakingsverzoek ter openbare zitting op 21 januari 2020 aan de orde gesteld, waar [verzoeker] is verschenen.
De staatsraad heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord.
Beslissing
De Afdeling wijst het verzoek af.
Overweging
1.    Aan het verzoek ligt ten grondslag dat verzoeker wil dat zijn verzet in de zaak met nummer 201903849/5/A2 zonder zitting gegrond wordt verklaard.
2.    De Afdeling heeft beslist het verzet ter zitting te behandelen. Dat is een procedurele beslissing.
3.    Deze beslissing is geen omstandigheid die meebrengt dat het verzet niet onpartijdig kan worden behandeld.
4.    De Afdeling bepaalt dat een volgend verzoek om dezelfde reden niet in behandeling wordt genomen.
Aldus uitgesproken in het openbaar door mr. C.J. Borman, voorzitter, en mr. J. Hoekstra en mr. B.P.M. van Ravels, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. Heinen, griffier.
w.g. Borman    w.g. Heinen
voorzitter    griffier
632.