ECLI:NL:RVS:2020:16
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenbewaring met hoger beroep tegen uitspraak rechtbank
Op 8 januari 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. De zaak betreft een vreemdeling die op 2 december 2019 in vreemdelingenbewaring is gesteld. De vreemdeling had eerder beroep ingesteld tegen deze maatregel, maar de rechtbank Den Haag had op 18 december 2019 het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, met als doel de maatregel van bewaring op te heffen.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het op dat moment niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep zal worden vernietigd. Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten de maatregel van bewaring niet op te heffen en het verzoek van de vreemdeling af te wijzen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan op 8 januari 2020, waarbij mr. N. Verheij als voorzieningenrechter en mr. J. van de Kolk als griffier aanwezig waren.