201908603/2/A2.
Datum uitspraak: 25 juni 2020
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) in het geding tussen:
de raad van de gemeente Westland, gemeente Westland,
appellant,
en
de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
verweerder.
Procesverloop
Bij brief van 23 oktober 2019 heeft de minister de raad medegedeeld dat goedkeuring is verleend aan het plan van scholen 2020-2023, met daarin opgenomen de islamitische school van Yunus Emre.
Tegen deze brief heeft de raad beroep ingesteld.
Overwegingen
1. Op 11 juli 2019 heeft de minister het plan van scholen 2020-2023 voor de gemeente Westland vastgesteld (indeplaatsstellingsbesluit op grond van artikel 124 van de Gemeentewet, gelezen in samenhang met artikel 124b van die wet). In dit plan is de door de Islamitische Stichting Nederland voor Onderwijs en Opvoeding - ISNO Yunus Emre op te richten basisschool op islamitische grondslag opgenomen. Bij brief van 17 juli 2019 heeft de minister de raad medegedeeld dat het plan van scholen 2020-2023, met daarin opgenomen de school Yunus Emre, met ingang van 17 juli 2019 als vastgesteld heeft te gelden. Bij uitspraak van 29 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:263, heeft de Afdeling het door de raad tegen het besluit van 11 juli 2019 ingestelde beroep ongegrond verklaard. 2. Bij brief van 23 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westland het plan van scholen 2020-2023 (met daarin opgenomen de door Yunus Emre in de gemeente Westland op te richten basisschool op islamitische grondslag), op grond van artikel 79, tweede lid, van de WPO, ter goedkeuring aan de minister gezonden.
Bij brief van 23 oktober 2019 heeft de minister de raad medegedeeld dat aan dit plan op grond van artikel 79, derde lid, van de WPO, goedkeuring is verleend.
3. Ingevolge artikel 79, tweede lid, van de WPO dient een vastgesteld plan van scholen ter goedkeuring aan de minister te worden voorgelegd. In deze bepaling is geen rekening gehouden met de situatie dat de minister, in de plaats van de raad van een gemeente, het plan van scholen vaststelt. In dit geval is het plan van scholen 2020-2023 voor de gemeente Westland vastgesteld door de minister. De minister is ook de ingevolge artikel 79, tweede lid, van de WPO goedkeurende instantie. Een bestuursorgaan kan echter niet een door hemzelf genomen besluit goedkeuren. Goedkeuring heeft betrekking op een besluit van een ander bestuursorgaan (vergelijk artikel 10:25 van de Awb). Dit betekent dat het plan van scholen 2020-2023 dat het college van burgemeester en wethouders van Westland bij brief aan de minister heeft gezonden geen goedkeuring behoeft. Het plan is immers vastgesteld door de minister.
4. Het vorenstaande betekent dat de brief van de minister van 23 oktober 2019 niet is gericht op rechtsgevolg en dus geen besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb bevat.
5. Omdat alleen tegen een besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb dan wel een daarmee op grond van artikel 8:2 van de Awb gelijk te stellen andere handeling of beslissing beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld, is de Afdeling kennelijk onbevoegd kennis te nemen van het beroep.
Wat betekent dit?
6. Uit de uitspraak van 29 januari 2020 volgde al dat de school van Yunus Emre met ingang van het schooljaar 2020/2021 voor bekostiging in aanmerking komt. Deze uitspraak brengt daarin geen verandering.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart zich onbevoegd om van het beroep kennis te nemen.
Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, voorzitter, en mr. J.A. Hagen en mr. N. Verheij, leden, in tegenwoordigheid van mr. D. Meyer-de Beer, griffier.
De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
Uitgesproken in het openbaar op 25 juni 2020
854.
BIJLAGE Wettelijk kader
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 10:25.
"In deze wet wordt verstaan onder goedkeuring: de voor de inwerkingtreding van een besluit van een bestuursorgaan vereiste toestemming van een ander bestuursorgaan."
Wet op het primair onderwijs
Artikel 79. Goedkeuring plan door de minister
"[…]
2. Binnen 2 weken na de vaststelling wordt het plan ter goedkeuring aan Onze minister gezonden. Het gaat vergezeld van de ingewilligde verzoeken en de stukken genoemd in het eerste lid. Indien de bij het verzoek gevoegde gegevens onvoldoende zijn om het verzoek te kunnen beoordelen, deelt Onze minister voor 15 september volgend op de in de eerste volzin bedoelde datum aan burgemeester en wethouders mede dat de gegevens voor 15 oktober daaropvolgend dienen te worden aangevuld. Indien de aanvullende gegevens niet voor 15 oktober zijn verstrekt, wordt het verzoek buiten behandeling gelaten.
3. Onze minister besluit voor 1 januari voorafgaande aan de planperiode. Afschrift van het besluit wordt binnen 2 weken aan de gemeenteraad gezonden. Indien Onze minister niet voor 1 januari heeft besloten, wordt het plan geacht te zijn goedgekeurd."