ECLI:NL:RVS:2020:143

Raad van State

Datum uitspraak
20 januari 2020
Publicatiedatum
20 januari 2020
Zaaknummer
201905463/2/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen instemmingsbesluit winningsplan Blija van de minister van Economische Zaken en Klimaat

Op 20 januari 2020 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in de zaak tussen de Landelijke Vereniging tot behoud van de Waddenzee (de Waddenvereniging) en de minister van Economische Zaken en Klimaat. De Waddenvereniging had beroep ingesteld tegen het Instemmingsbesluit winningsplan Blija van de minister, dat op 5 juni 2019 was genomen. De minister had in het kader van de procedure een verzoek ingediend om bepaalde vertrouwelijke stukken, die betrekking hadden op het winningsplan van de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (NAM), niet openbaar te maken. Dit verzoek was gebaseerd op artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De Afdeling heeft overwogen dat het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd was. De minister had aangevoerd dat het vertrouwelijke deel van het winningsplan bedrijfs- en fabricagegegevens bevatte die niet aan derden mochten worden verstrekt. De Afdeling heeft de belangen afgewogen en geconcludeerd dat het belang van de NAM om vertrouwelijke informatie te beschermen zwaarder weegt dan het belang van de Waddenvereniging om kennis te nemen van deze informatie.

De Afdeling heeft daarom besloten dat alleen zij kennis mag nemen van het vertrouwelijke stuk, en heeft het verzoek van de minister toegewezen. De uitspraak benadrukt het belang van vertrouwelijkheid in bestuursrechtelijke procedures, vooral wanneer het gaat om gevoelige bedrijfsinformatie.

Uitspraak

201905463/2/A1.
Datum beslissing: 20 januari 2020
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in het geding tussen:
de Landelijke Vereniging tot behoud van de Waddenzee, gevestigd te Harlingen, (hierna: de Waddenvereniging)
appellant,
en
de minister van Economische Zaken en Klimaat,
verweerder.
Procesverloop
De Waddenvereniging heeft beroep ingesteld tegen het Instemmingsbesluit winningsplan Blija van de minister van 5 juni 2019.
De minister heeft een gedingstuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.
Het betreft het vertrouwelijke deel van het winningsplan Blija van de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (hierna: de NAM) van 20 november 2017.
Overwegingen
1.    De minister heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van het stuk kennis zal nemen.
2.    Het gaat bij een verzoek tot beperkte kennisneming niet om openbaarmaking van stukken, maar om de vraag of aan de procespartijen kennisneming van stukken mag worden onthouden. Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of gewichtige redenen aanwezig zijn op grond waarvan een uitzondering gerechtvaardigd is op het uitgangspunt van het bestuursprocesrecht dat de rechter recht doet op basis van stukken die aan de procespartijen bekend zijn. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het hoger beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.
3.    De minister heeft ter motivering van het verzoek, onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 19 april 2010 (ECLI:NL:RVS:2010:BM2590), aangevoerd dat het vertrouwelijke deel van het winningsplan vertrouwelijk meegedeelde bedrijfs- en fabricagegegevens bevat.
4.    De Afdeling heeft van het vertrouwelijke stuk kennis genomen. Het stuk bevat informatie over verwachte investeringskosten voor de winning van gas uit de Blija voorkomens en over kosten voor onderhoud en bedrijfsvoering. Aldus bevat de bijlage wetenswaardigheden over bedrijfskosten van de NAM. Naar het oordeel van de Afdeling weegt het belang om het door de NAM vertrouwelijk aan de minister verstrekte deel van het winningsplan Blija niet aan derden te verstrekken zwaarder dan het belang van de andere partij om kennis te nemen van dit deel.
5.    De Afdeling acht daarom het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe;
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. H. Oranje, griffier.
w.g. Bijloos    w.g. Oranje
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 januari 2020