ECLI:NL:RVS:2020:1201
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende uitzetting
Op 13 mei 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een voorlopige voorziening heeft verzocht. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 3 april 2020 het beroep van een vreemdeling gegrond had verklaard. De vreemdeling had verzocht om te bepalen dat haar uitzetting achterwege blijft, maar de staatssecretaris had deze aanvraag op 7 januari 2019 buiten behandeling gesteld. Na het ongegrond verklaren van het bezwaar door de staatssecretaris op 27 juni 2019, heeft de vreemdeling beroep ingesteld. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris een nieuw besluit moest nemen, maar de staatssecretaris ging in hoger beroep en vroeg om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter oordeelde dat het niet aannemelijk was dat de uitspraak van de rechtbank in stand zou blijven en besloot dat de staatssecretaris geen nieuw besluit hoeft te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.